Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. sucursal:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor sucursal (Spaans) in het Nederlands

sucursal:

sucursal [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la sucursal (filial; agencia)
    het filiaal; het hulpkantoor; het bijkantoor; het agentschap
  2. la sucursal (agencia; representación)
    het agentschap; de agentuur
  3. la sucursal (anexo; dependencia; anejo; filial)
    het bijgebouw; de dependance

sucursal [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el sucursal (dependencia; delegación)
    de dependance; ander filiaal
  2. el sucursal
    het filiaal
    • filiaal [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor sucursal:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
agentschap agencia; filial; representación; sucursal
agentuur agencia; representación; sucursal
ander filiaal delegación; dependencia; sucursal
bijgebouw anejo; anexo; dependencia; filial; sucursal
bijkantoor agencia; filial; sucursal
dependance anejo; anexo; delegación; dependencia; filial; sucursal
filiaal agencia; filial; sucursal
hulpkantoor agencia; filial; sucursal

Verwante woorden van "sucursal":

  • sucursales

Synoniemen voor "sucursal":


Wiktionary: sucursal

sucursal
noun
  1. een filiaal van een hoofdkantoor
  2. een pand in een reeks van panden

Cross Translation:
FromToVia
sucursal bank bank — branch office of such an institution
sucursal filiaal branch — office of an organization with several locations
sucursal filiaal Filiale — Zweigstelle
sucursal filiaal succursale — Tout établissement subordonner à un autre et créer pour le seconder.

Verwante vertalingen van sucursal