Spaans

Uitgebreide vertaling voor proceso (Spaans) in het Nederlands

proceso:

proceso [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el proceso (juicio; procedimiento; causa; pleito)
    de rechtszaak; het proces; de procedure; het rechtsgeding; het geding
  2. el proceso (procedimiento)
    de procedure; de procesvoering
  3. el proceso (pleito)
    het proces
    • proces [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. el proceso

proceso bijvoeglijk naamwoord

  1. proceso (curso)
    verloop

Vertaal Matrix voor proceso:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
geding causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso
procedure causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso estilo; forma; manera; modo; modo de obrar; método; procedimiento
proces causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso número de puerto
procesvoering procedimiento; proceso
rechtsgeding causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso
rechtszaak causa; juicio; pleito; procedimiento; proceso
verloop adelanto; avance
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
poortnummer proceso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
verloop curso; proceso

Verwante woorden van "proceso":


Synoniemen voor "proceso":


Wiktionary: proceso

proceso
noun
  1. een strafproces
  2. de stroom van gebeurtenissen of handelingen die van de ene toestand naar de andere leidt

Cross Translation:
FromToVia
proceso proces; gebeurtenis; voorval VorgangAblauf, ein Geschehen
proceso zaak suit — law: lawsuit
proceso rechtzaak trial — appearance at judicial court

Proceso:

Proceso

  1. Proceso

Vertaal Matrix voor Proceso:

Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
Proces Proceso

procesar:

procesar werkwoord

  1. procesar (condenar; perseguir; proseguir; )
    berechten; vervolgen
    • berechten werkwoord (berecht, berechtte, berechtten, berecht)
    • vervolgen werkwoord (vervolg, vervolgt, vervolgde, vervolgden, vervolgd)
  2. procesar (perseguir judicialmente; perseguir)
    gerechtelijk vervolgen; vervolgen
  3. procesar (proseguir; continuar; seguir; )
    verdergaan; een stapje verder gaan

Conjugations for procesar:

presente
  1. proceso
  2. procesas
  3. procesa
  4. procesamos
  5. procesáis
  6. procesan
imperfecto
  1. procesaba
  2. procesabas
  3. procesaba
  4. procesábamos
  5. procesabais
  6. procesaban
indefinido
  1. procesé
  2. procesaste
  3. procesó
  4. procesamos
  5. procesasteis
  6. procesaron
fut. de ind.
  1. procesaré
  2. procesarás
  3. procesará
  4. procesaremos
  5. procesaréis
  6. procesarán
condic.
  1. procesaría
  2. procesarías
  3. procesaría
  4. procesaríamos
  5. procesaríais
  6. procesarían
pres. de subj.
  1. que procese
  2. que proceses
  3. que procese
  4. que procesemos
  5. que proceséis
  6. que procesen
imp. de subj.
  1. que procesara
  2. que procesaras
  3. que procesara
  4. que procesáramos
  5. que procesarais
  6. que procesaran
miscelánea
  1. ¡procesa!
  2. ¡procesad!
  3. ¡no proceses!
  4. ¡no proceséis!
  5. procesado
  6. procesando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor procesar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berechten enjuiciamento; procesamiento
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
berechten condenar; enjuiciar; pasar por; perseguir; perseguir judicialmente; procesar; proseguir; sentenciar; someter a juicio
een stapje verder gaan continuar; continuar con una; dejar prolongar; pasar por; procesar; proseguir; seguir
gerechtelijk vervolgen perseguir; perseguir judicialmente; procesar
verdergaan continuar; continuar con una; dejar prolongar; pasar por; procesar; proseguir; seguir acelerar el paso; alargar; continuar; prolongar; proseguir; seguir
vervolgen condenar; enjuiciar; pasar por; perseguir; perseguir judicialmente; procesar; proseguir; sentenciar; someter a juicio afanarse tras; alargar; aspirar a; cazar; continuar; perseguir; perseguir judicialmente; prolongar; proseguir; seguir

Synoniemen voor "procesar":


Wiktionary: procesar


Cross Translation:
FromToVia
procesar afwerken abarbeiten — die sequenzielle Durchführung von Programmschritten durch einen Computer
procesar ontleden; parsen parse — have a computer program split a file or other input into bits of data that can be easily stored or manipulated

Verwante vertalingen van proceso