Piedad: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

piedad:
- medelijden; meewarigheid; gelovigheid; vroomheid; godvruchtigheid; godvrezendheid; godsdienstigheid; godsvrucht; godzaligheid; piëteit
Wiktionary:
- piedad → medelijden
- piedad → genade, erbarmen, vergiffenis, vergeving, vroomheid, medelijden, deernis, mededogen, compassie

Spaans

Uitgebreide vertaling voor piedad (Spaans) in het Nederlands

la piedad (compasión; lástima; misericordia)
het medelijden; de meewarigheid
- medelijden [het ~] zelfstandig naamwoord
- meewarigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piedad (devoción; religiosidad)
de gelovigheid
- gelovigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piedad (devoción; religiosidad)
de vroomheid; de godvruchtigheid; godvrezendheid; de godsdienstigheid
- vroomheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- godvruchtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- godvrezendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- godsdienstigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piedad (devoción; religiosidad)
de godsvrucht; godvrezendheid; de vroomheid; de godvruchtigheid
- godsvrucht [de ~] zelfstandig naamwoord
- godvrezendheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- vroomheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- godvruchtigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piedad (devoción)
de godzaligheid
- godzaligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la piedad
de piëteit
- piëteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
gelovigheid	devoción; piedad; religiosidad
godsdienstigheid	devoción; piedad; religiosidad
godsvrucht	devoción; piedad; religiosidad
godvrezendheid	devoción; piedad; religiosidad
godvruchtigheid	devoción; piedad; religiosidad
godzaligheid	devoción; piedad
medelijden	compasión; lástima; misericordia; piedad	condolencia; pésame
meewarigheid	compasión; lástima; misericordia; piedad
piëteit	piedad
vroomheid	devoción; piedad; religiosidad

piedad

noun

Cross Translation:

From	To	Via
• piedad	→ genade; erbarmen; vergiffenis; vergeving	↔ mercy — forgiveness or compassion
• piedad	→ vroomheid	↔ piety — reverence and devotion to God
• piedad	→ medelijden; deernis	↔ pity — feeling of sympathy
• piedad	→ erbarmen; mededogen; medelijden; compassie	↔ pitié — compassion, sentiment de commisération pour les souffrances, pour les peines d’autrui.