Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- local:
-
Wiktionary:
- local → lokaal, plaatselijk
- local → ruimte, zaal
- local → lokaal, plaatselijk
Spaans
Uitgebreide vertaling voor local (Spaans) in het Nederlands
local:
-
local (aquí y allá; regional; comarcal)
lokaal; plaatselijk; hier en daar-
lokaal bijvoeglijk naamwoord
-
plaatselijk bijvoeglijk naamwoord
-
hier en daar bijvoeglijk naamwoord
-
-
local
plaatsgebonden-
plaatsgebonden bijvoeglijk naamwoord
-
-
local
on-premises-
on-premises bijvoeglijk naamwoord
-
-
el local (bar; café; cafetería; taberna; tasca; posada; bayuca; tenedor; sala; establecimiento; merendero; pegamento; venta; mesón; salón de té; apuro; masilla; restaurante)
-
el local (sala de clase; aula; clase)
-
el local (cafetería; posada; taberna; bar; sala; mesón; establecimiento; tasca)
-
el local (bar; trampa; masilla; venta; sala; establecimiento; posada; cafetería; pinza; pegamento; taberna; tasca; grapa; mesón; cepo; clavija; presilla; bayuca; brazadera)
-
el local (clase; aula)
Vertaal Matrix voor local:
Verwante woorden van "local":
Synoniemen voor "local":
Wiktionary: local
local
Cross Translation:
adjective
-
plaatselijk, van beperkte omvang
-
betrekking hebbend op een bepaalde plaats
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• local | → lokaal; plaatselijk | ↔ local — of a nearby location |