Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. engrasar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor engrasar (Spaans) in het Nederlands

engrasar:

engrasar werkwoord

  1. engrasar (lubricar; aceitar; lubrificar)
    doorsmeren
    • doorsmeren werkwoord (smeer door, smeert door, smeerde door, smeerden door, doorgesmeerd)
  2. engrasar (aceitar; lubricar; encebar; lubrificar)
    oliën; smeren; invetten; inoliën
    • oliën werkwoord (olie, oliet, oliede, olieden, geolied)
    • smeren werkwoord (smeer, smeert, smeerde, smeerden, gesmeerd)
    • invetten werkwoord (vet in, vette in, vetten in, ingevet)
    • inoliën werkwoord (olie in, oliet in, oliede in, olieden in, ingeölied)
  3. engrasar (untar; aplicar; lubricar; )
    insmeren
    • insmeren werkwoord (smeer in, smeert in, smeerde in, smeerden in, ingesmeerd)
  4. engrasar (frotar; aplicar; fregar; encerar; lubricar)
    uitwrijven
    • uitwrijven werkwoord (wrijf uit, wrijft uit, wreef uit, wreven uit, uitgewreven)

Conjugations for engrasar:

presente
  1. engraso
  2. engrasas
  3. engrasa
  4. engrasamos
  5. engrasáis
  6. engrasan
imperfecto
  1. engrasaba
  2. engrasabas
  3. engrasaba
  4. engrasábamos
  5. engrasabais
  6. engrasaban
indefinido
  1. engrasé
  2. engrasaste
  3. engrasó
  4. engrasamos
  5. engrasasteis
  6. engrasaron
fut. de ind.
  1. engrasaré
  2. engrasarás
  3. engrasará
  4. engrasaremos
  5. engrasaréis
  6. engrasarán
condic.
  1. engrasaría
  2. engrasarías
  3. engrasaría
  4. engrasaríamos
  5. engrasaríais
  6. engrasarían
pres. de subj.
  1. que engrase
  2. que engrases
  3. que engrase
  4. que engrasemos
  5. que engraséis
  6. que engrasen
imp. de subj.
  1. que engrasara
  2. que engrasaras
  3. que engrasara
  4. que engrasáramos
  5. que engrasarais
  6. que engrasaran
miscelánea
  1. ¡engrasa!
  2. ¡engrasad!
  3. ¡no engrases!
  4. ¡no engraséis!
  5. engrasado
  6. engrasando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor engrasar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
doorsmeren aceitar; engrasar; lubricar; lubrificar
inoliën aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
insmeren aplicar; encerar; engrasar; fregar; frotar; lubricar; ungir; untar
invetten aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
oliën aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar
smeren aceitar; encebar; engrasar; lubricar; lubrificar irse; irse de viaje; marcharse; salir
uitwrijven aplicar; encerar; engrasar; fregar; frotar; lubricar

Synoniemen voor "engrasar":


Wiktionary: engrasar

engrasar
verb
  1. (overgankelijk) met een zachte massa bestrijken

Cross Translation:
FromToVia
engrasar oliën; invetten oil — to grease with oil for cooking
engrasar smeren; besmeren; doorsmeren enduire — Traductions à trier suivant le sens
engrasar smeren; besmeren; doorsmeren étalerTraductions à trier suivant le sens.