Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
circular:
- sferisch; rond; bol; kogelrond; cirkelvormig; kringvormig
- nieuwsbrief; circulaire; rondschrijven; kennisgeving; aanschrijving; aanzegging
- rondgaan; de ronde doen; in omloop zijn; circuleren; rondwandelen; rondlopen; rondslenteren
- informeren; aankondigen; kennisgeving; kennisgeven; aanzeggen; konde doen; rondschrijven
-
Wiktionary:
- circular → aanschrijving
- circular → circulair
- circular → circuleren
- circular → omcirkelen, rond, vloeien, omgaan, rondgaan, circuleren, in omloop zijn, rouleren
Spaans
Uitgebreide vertaling voor circular (Spaans) in het Nederlands
circular:
-
circular (esférico)
-
circular
cirkelvormig-
cirkelvormig bijvoeglijk naamwoord
-
-
circular (orbicular)
kringvormig-
kringvormig bijvoeglijk naamwoord
-
-
la circular (hoja informativa)
-
la circular (notificación; aviso; pedido; orden; encargo; requerimiento; mandato; evocación)
-
circular (dar vueltas)
rondgaan; de ronde doen-
de ronde doen werkwoord (doe de ronde, doet de ronde, deed de ronde, deden de ronde, de ronde gedaan)
-
circular
-
circular (andar por ahí; pasear; vagar; deambular; dar una vuelta)
rondwandelen; rondlopen; rondslenteren-
rondslenteren werkwoord (slenter rond, slentert rond, slenterde rond, slenterden rond, rondgeslenterd)
Conjugations for circular:
presente
- circulo
- circulas
- circula
- circulamos
- circuláis
- circulan
imperfecto
- circulaba
- circulabas
- circulaba
- circulábamos
- circulabais
- circulaban
indefinido
- circulé
- circulaste
- circuló
- circulamos
- circulasteis
- circularon
fut. de ind.
- circularé
- circularás
- circulará
- circularemos
- circularéis
- circularán
condic.
- circularía
- circularías
- circularía
- circularíamos
- circularíais
- circularían
pres. de subj.
- que circule
- que circules
- que circule
- que circulemos
- que circuléis
- que circulen
imp. de subj.
- que circulara
- que circularas
- que circulara
- que circuláramos
- que circularais
- que circularan
miscelánea
- ¡circula!
- ¡circulad!
- ¡no circules!
- ¡no circuléis!
- circulado
- circulando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
-
el circular (aviso; notificación)
-
el circular
het rondschrijven
Vertaal Matrix voor circular:
Synoniemen voor "circular":
Wiktionary: circular
circular
Cross Translation:
noun
-
toezending van ambtelijke mededeling of bevel
-
in omloop zijn
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• circular | → omcirkelen | ↔ circle — place or mark a circle around |
• circular | → rond | ↔ round — circular or cylindrical |
• circular | → vloeien | ↔ fließen — (intransitiv) Physik: austauschen von Ladungsträgern |
• circular | → omgaan; rondgaan; circuleren; in omloop zijn; rouleren | ↔ circuler — Se mouvoir circulairement. |