Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
amado:
- lief; dierbaar; toegenegen; geliefd; bemind; beminde; favoriete; lievelings; geselecteerd; verkoren
- schatje; poepje; liefste; liefje; schat; lieve; schattebout; scheetje; duifje; beminde; snoes; hartje; vriendin; hartsvriendin; kameraadje; maatje; gezel
- amar:
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor amado (Spaans) in het Nederlands
amado:
-
amado (querido)
lief; dierbaar; toegenegen; geliefd; bemind-
lief bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
geliefd bijvoeglijk naamwoord
-
bemind bijvoeglijk naamwoord
-
-
amado (querido)
-
amado (cariñoso; querida; favorito; querido; amable; preferido; escogido; preciado; exclusivo; privilegiado; preferente; exclusive)
favoriete; dierbaar; lievelings; geselecteerd; verkoren; toegenegen-
favoriete bijvoeglijk naamwoord
-
dierbaar bijvoeglijk naamwoord
-
lievelings bijvoeglijk naamwoord
-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
verkoren bijvoeglijk naamwoord
-
toegenegen bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor amado:
Synoniemen voor "amado":
amado vorm van amar:
Conjugations for amar:
presente
- amo
- amas
- ama
- amamos
- amáis
- aman
imperfecto
- amaba
- amabas
- amaba
- amábamos
- amabais
- amaban
indefinido
- amé
- amaste
- amó
- amamos
- amasteis
- amaron
fut. de ind.
- amaré
- amarás
- amará
- amaremos
- amaréis
- amarán
condic.
- amaría
- amarías
- amaría
- amaríamos
- amaríais
- amarían
pres. de subj.
- que ame
- que ames
- que ame
- que amemos
- que améis
- que amen
imp. de subj.
- que amara
- que amaras
- que amara
- que amáramos
- que amarais
- que amaran
miscelánea
- ¡ama!
- ¡amad!
- ¡no ames!
- ¡no améis!
- amado
- amando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor amar:
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
beminnen | amar; mantener; querer | acostarse; coser; hacer el amor |
houden van | amar; mantener; querer | apetecer; gustar |
liefhebben | amar; mantener; querer | |
minnen | amar; querer | acostarse; coser; hacer el amor |
Synoniemen voor "amar":
Wiktionary: amar
amar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• amar | → houden van; beminnen; liefhebben; graag zien | ↔ love — have a strong affection for |