Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. porte:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor porte (Spaans) in het Nederlands

porte:

porte [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el porte (talla)
    de figuur; het postuur; de gedaante; het uiterlijk
    • figuur [de ~] zelfstandig naamwoord
    • postuur [het ~] zelfstandig naamwoord
    • gedaante [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • uiterlijk [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el porte (cargamento; flete; estiba; )
    het vrachtgoed

Vertaal Matrix voor porte:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
figuur porte; talla aparecido; aparición; estatura; figura; forma; individual; modal; molde; personaje; postura; silueta; talla; tipo; tío
gedaante porte; talla aire; aparecido; aparición; apariencia; aspecto; cara; estatura; expresión; fantasma; figura; forma; impresión; modal; molde; personaje; postura; semblante; silueta; sombra; talla; tamaño; tipo; visión
postuur porte; talla aparecido; aparición; estatura; figura; forma; modal; molde; personaje; postura; silueta; talla; tipo
uiterlijk porte; talla aire; apariencia; aspecto; cara; expresión; figura; semblante
vrachtgoed camionada; carga; cargamento; cargo; estiba; flete; gravamen; imputación; lastre; mercancía; peso; porte
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
uiterlijk a más tardar; como más tarde; como máximo; exterior; externo; extrínsico

Verwante woorden van "porte":

  • portes, porta, portas

Synoniemen voor "porte":


Wiktionary: porte

porte
noun
  1. voor lading beschikbare ruimte in een transportmiddel

Verwante vertalingen van porte