Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
parecer:
- schijnen; lijken; eruit zien; toeschijnen; er uitzien; ogen; de schijn van iets hebben; dunken; tonen; voorleggen; presenteren; laten zien; offreren; aanbieden; corresponderen; overeenkomen; stroken; overeenstemmen
- visie; opvatting; zienswijze; kijk; mening; oordeel; denkbeeld; opinie; meningsuiting; idee; gedachte; mentale voorstelling; overtuiging; gezindheid; vaststaande mening
-
Wiktionary:
- parecer → dunken, lijken
- parecer → lijken, als, uitzien, op, erop lijken, me dunkt, schijnen, klinken, geluid maken, toon voortbrengen, inschatting, dunken, overkomen, toeschijnen, voorkomen, zich vertonen, zichtbaar worden, er uitzien, het uiterlijk hebben van, er uitzien als, opdagen, opdraven, te voorschijn komen, uitkomen, verschijnen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor parecer (Spaans) in het Nederlands
parecer:
-
parecer (parecerse)
-
parecer (tener aspecto de; aparecer; parecerse)
-
parecer
-
parecer
-
parecer (presentar; mostrar; hacer la presentación de; ofrecer; demostrar; exhibir; poner; enseñar; manifestar; representar; aparecer; proyectar; ofertar; someter a)
-
parecer (concordar con; corresponder a; convenir; responder a; semejar; pactar)
corresponderen; overeenkomen; stroken; overeenstemmen-
corresponderen werkwoord (correspondeer, correspondeert, correspondeerde, correspondeerden, gecorrespondeerd)
-
stroken werkwoord
-
overeenstemmen werkwoord (stem overeen, stemt overeen, stemde overeen, stemden overeen, overeen gestemd)
-
Conjugations for parecer:
presente
- parezco
- pareces
- parece
- parecemos
- parecéis
- parecen
imperfecto
- parecía
- parecías
- parecía
- parecíamos
- parecíais
- parecían
indefinido
- parecí
- pareciste
- pareció
- parecimos
- parecisteis
- parecieron
fut. de ind.
- pareceré
- parecerás
- parecerá
- pareceremos
- pareceréis
- parecerán
condic.
- parecería
- parecerías
- parecería
- pareceríamos
- pareceríais
- parecerían
pres. de subj.
- que parezca
- que parezcas
- que parezca
- que parezcamos
- que parezcáis
- que parezcan
imp. de subj.
- que pareciera
- que parecieras
- que pareciera
- que pareciéramos
- que parecierais
- que parecieran
miscelánea
- ¡parece!
- ¡pareced!
- ¡no parezcas!
- ¡no parezcáis!
- parecido
- pareciendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
-
el parecer (opinión; punto de vista; visión óptica)
-
el parecer (juicio; opinión; dictamen; punto de vista; modo de ver)
-
el parecer (pensamiento; idea; concepto; opinión; ocurrencia; noción)
-
el parecer (convicción; juicio; convencimiento; actitud; disposición; idea; tendencia; concepto; postura; opinión; credo; inclinación; noción; filiación; punto de vista; persuasión; simpatías; toma de posición)
Vertaal Matrix voor parecer:
Synoniemen voor "parecer":
Wiktionary: parecer
parecer
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• parecer | → lijken | ↔ appear — To seem; to have a certain semblance; to look |
• parecer | → als; uitzien; op; lijken | ↔ look — to appear, to seem |
• parecer | → erop lijken | ↔ look like — seem, appear |
• parecer | → me dunkt | ↔ methinks — it seems to me |
• parecer | → lijken; schijnen | ↔ seem — to appear |
• parecer | → klinken; geluid maken; toon voortbrengen | ↔ sound — to produce a sound |
• parecer | → schijnen | ↔ strike — to impress, to seem |
• parecer | → inschatting | ↔ Einschätzung — Interpretation eines Sachverhaltes mit einer persönlichen Note |
• parecer | → dunken | ↔ dünken — (intransitiv), unpersönlich, gehoben, veraltend, mit einem im Akkusativ oder seltener im Dativ stehenden Personalpronomen: von jemandem so wahrgenommen, empfunden werden |
• parecer | → schijnen | ↔ scheinen — in einer bestimmten Art und Weise wirken oder aussehen; einen Eindruck erwecken |
• parecer | → lijken; overkomen; schijnen; toeschijnen; voorkomen; zich vertonen; zichtbaar worden; er uitzien; het uiterlijk hebben van; er uitzien als; opdagen; opdraven; te voorschijn komen; uitkomen; verschijnen | ↔ paraître — exposer à la vue, se faire ou se laisser voir, se manifester. |
• parecer | → lijken; overkomen; schijnen; toeschijnen; voorkomen | ↔ sembler — avoir l’air, l’apparence |