Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. manojo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor manojo (Spaans) in het Nederlands

manojo:

manojo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el manojo (bosque; arboleda; haz)
    het bos
    – heleboel bomen bij elkaar 1
    • bos [het ~] zelfstandig naamwoord
      • we maakten een wandeling in het bos1
    het bosland; het geboomte; het woud
    • bosland [het ~] zelfstandig naamwoord
    • geboomte [het ~] zelfstandig naamwoord
    • woud [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor manojo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
bos arboleda; bosque; haz; manojo fajo; fardo; lío; monte; paquete
bosland arboleda; bosque; haz; manojo
geboomte arboleda; bosque; haz; manojo
woud arboleda; bosque; haz; manojo selva

Verwante woorden van "manojo":

  • manojos

Synoniemen voor "manojo":


Wiktionary: manojo


Cross Translation:
FromToVia
manojo tros; bos bunch — A group of a number of similar things
manojo handvol handful — amount held in hand
manojo pluk; bundel tuft — bunch
manojo handjevol; handvol; handvat; deurklink poignée — Quantité de matière qu’on peut prendre dans une main.

Verwante vertalingen van manojo