Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- activar:
-
Wiktionary:
- activar → activeren, bevorderen
- activar → activeren, aanzetten, inschakelen, aanzetten tot, accelereren, bespoedigen, verhaasten, versnellen, in kassen kweken, murw maken, terugzetten, vervroegen, dringen, haasten, jachten, tot haast aanzetten, urgent zijn, drukken, knellen, persen, pressen, aandrukken, aandringen, opschieten, veld winnen, vlotten, vooruitgaan, vorderen, afgooien, afwerpen, uitgooien
Spaans
Uitgebreide vertaling voor activar (Spaans) in het Nederlands
activar:
-
activar
-
activar (poner en marcha con manivela; impulsar)
-
activar (habilitar)
Conjugations for activar:
presente
- activo
- activas
- activa
- activamos
- activáis
- activan
imperfecto
- activaba
- activabas
- activaba
- activábamos
- activabais
- activaban
indefinido
- activé
- activaste
- activó
- activamos
- activasteis
- activaron
fut. de ind.
- activaré
- activarás
- activará
- activaremos
- activaréis
- activarán
condic.
- activaría
- activarías
- activaría
- activaríamos
- activaríais
- activarían
pres. de subj.
- que active
- que actives
- que active
- que activemos
- que activéis
- que activen
imp. de subj.
- que activara
- que activaras
- que activara
- que activáramos
- que activarais
- que activaran
miscelánea
- ¡activa!
- ¡activad!
- ¡no actives!
- ¡no activéis!
- activado
- activando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor activar:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanslingeren | arrancar; incitar | |
aanzwengelen | arrancar; incitar | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
aanslingeren | activar; impulsar; poner en marcha con manivela | |
aanzwengelen | activar; impulsar; poner en marcha con manivela | |
activeren | activar | animar; avivar; dar viveza a; desencadenar; entusiasmar; excitar; inspirar; provocar |
inschakelen | activar; habilitar | acentuar; afilar; conectar; encender; engordar; entornar; poner; poner en marcha |
Synoniemen voor "activar":
Wiktionary: activar
activar
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• activar | → activeren | ↔ activate — to put into action |
• activar | → aanzetten; inschakelen | ↔ activate — to turn on |
• activar | → aanzetten; aanzetten tot; activeren | ↔ activer — Activer |
• activar | → accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen; in kassen kweken; murw maken | ↔ forcer — briser, rompre, ouvrir quelque chose avec violence. |
• activar | → terugzetten; verhaasten; vervroegen; accelereren; bespoedigen; versnellen | ↔ hâter — Faire avancer vite, accélérer. |
• activar | → dringen; haasten; jachten; tot haast aanzetten; urgent zijn; drukken; knellen; persen; pressen; aandrukken; aandringen; accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen | ↔ presser — exercer une pression, serrer plus ou moins fort. |
• activar | → opschieten; veld winnen; vlotten; vooruitgaan; vorderen | ↔ progresser — Faire des progrès. |
• activar | → accelereren; bespoedigen; verhaasten; versnellen; afgooien; afwerpen; uitgooien | ↔ précipiter — jeter, faire tomber d’un lieu élevé. |