Suciedad: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

suciedad:
- viezigheid; vuil; vuiligheid; viesheid; smerigheid; vuilheid; slonzigheid; viespeukerij; smeerlapperij; drab; zwijnenboel; morsigheid; drek; smurrie; prut; onzindelijkheid; goorheid; groezeligheid; obsceniteit; vuile taal; schuinheid; vuilbekkerij
Wiktionary:
- suciedad → vuiligheid
- suciedad → vuil

Spaans

Uitgebreide vertaling voor suciedad (Spaans) in het Nederlands

suciedad:

suciedad [la ~] zelfstandig naamwoord

la suciedad (porquería; mugre; obscenidad)
de viezigheid; het vuil; de vuiligheid; de viesheid; de smerigheid; de vuilheid
- viezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuil [het ~] zelfstandig naamwoord
- vuiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- viesheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la suciedad (porquería; guarrerías; guarrada; asquerosidad; desaseo)
de slonzigheid; de viespeukerij; het vuil; de viezigheid; de smerigheid; de vuiligheid; de smeerlapperij; de drab; de vuilheid; de zwijnenboel; de morsigheid
- slonzigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- viespeukerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuil [het ~] zelfstandig naamwoord
- viezigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smerigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- smeerlapperij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- drab [de ~] zelfstandig naamwoord
- vuilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zwijnenboel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- morsigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la suciedad (bahorrina; lodo)
de drek; de smurrie; de prut
- drek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- smurrie [de ~] zelfstandig naamwoord
- prut [de ~] zelfstandig naamwoord
la suciedad
de onzindelijkheid
- onzindelijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la suciedad (porquería; mugre; cochambre)
de vuilheid; goorheid; groezeligheid
- vuilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- goorheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- groezeligheid [znw.] zelfstandig naamwoord
la suciedad (porquerías; escabrosidad; guarro; guarrada; asquerosidad; indecencia; obscenidad; obscenidades; guarrerías)
de obsceniteit; de vuiligheid; de vuilheid; vuile taal; schuinheid; de vuilbekkerij
- obsceniteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuiligheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- vuile taal [znw.] zelfstandig naamwoord
- schuinheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- vuilbekkerij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor suciedad:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
drab	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad	asiento; borroso; cochinada; fondo de café; poso; poso de café; restos de café; sedimento; sedimentos
drek	bahorrina; lodo; suciedad	basura; caca; cagarruta; caguada; estiércol; excrementos; heces fecales; mierda
goorheid	cochambre; mugre; porquería; suciedad
groezeligheid	cochambre; mugre; porquería; suciedad
morsigheid	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad
obsceniteit	asquerosidad; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; obscenidad; obscenidades; porquerías; suciedad
onzindelijkheid	suciedad
prut	bahorrina; lodo; suciedad	barro; cochinada; fondo de café; poso; poso de café; restos de café; rémora; sedimento
schuinheid	asquerosidad; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; obscenidad; obscenidades; porquerías; suciedad	desviación; inclinación
slonzigheid	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad
smeerlapperij	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad	asquerosidad; guarrerías; porquería
smerigheid	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; mugre; obscenidad; porquería; suciedad
smurrie	bahorrina; lodo; suciedad
viesheid	mugre; obscenidad; porquería; suciedad	fealdad; monstruosidad
viespeukerij	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad	asquerosidad; guarrerías; porquería
viezigheid	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; mugre; obscenidad; porquería; suciedad	asquerosidad; guarrerías; porquería
vuil	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; mugre; obscenidad; porquería; suciedad
vuilbekkerij	asquerosidad; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; obscenidad; obscenidades; porquerías; suciedad
vuile taal	asquerosidad; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; obscenidad; obscenidades; porquerías; suciedad
vuilheid	asquerosidad; cochambre; desaseo; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; mugre; obscenidad; obscenidades; porquería; porquerías; suciedad
vuiligheid	asquerosidad; desaseo; escabrosidad; guarrada; guarrerías; guarro; indecencia; mugre; obscenidad; obscenidades; porquería; porquerías; suciedad
zwijnenboel	asquerosidad; desaseo; guarrada; guarrerías; porquería; suciedad
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
vuil		chapuzo; cochambroso; cochino; desaliñado; guarro; mugriento; pringoso; puerco; sucio