Spaans

Uitgebreide vertaling voor resplandor (Spaans) in het Nederlands

resplandor:

resplandor [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el resplandor (destello; luz; brillo; chispeo)
    de schittering; de schijn; de flakkering; het geflikker; de flikkering
  2. el resplandor (brillo)
    de schijn; de gloed; de glans; het schijnsel; de straling
    • schijn [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schijnsel [het ~] zelfstandig naamwoord
    • straling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  3. el resplandor (oropel)
    het klatergoud; de glitter
  4. el resplandor (lúcidez; brillo; lumbre; )
    de gloed; de glans
    • gloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el resplandor (lumbre; luz; brillo)
    het levenslicht
  6. el resplandor (esplendor; ostentación; adorno; )
    de pracht; de glans; de luister; de praal; de pronk
    • pracht [de ~] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • luister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • praal [de ~] zelfstandig naamwoord
    • pronk [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  7. el resplandor (subterfugio; fachada; brillo; )
    de voorwending
  8. el resplandor (centelleo; fulgor)
    de glinstering; de fonkeling; gefonkel
  9. el resplandor (brillantez; brillo; esplendor; destello)
    de luister; schitteren; de glans
    • luister [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • schitteren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  10. el resplandor (brillo; fulgor; chispeo)
    geglinster
  11. el resplandor (brillo; esplendor)
    de glans; glanslaag
    • glans [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • glanslaag [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor resplandor:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
flakkering brillo; chispeo; destello; luz; resplandor
flikkering brillo; chispeo; destello; luz; resplandor
fonkeling centelleo; fulgor; resplandor brillo; centelleo; chispeo; esplendor; fulgor
geflikker brillo; chispeo; destello; luz; resplandor
gefonkel centelleo; fulgor; resplandor
geglinster brillo; chispeo; fulgor; resplandor
glans adorno; boato; brillantez; brillo; claridad; destello; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; iluminación; limpidez; lumbre; lustre; lúcidez; ostentación; pompa; pureza; resplandor; serenidad
glanslaag brillo; esplendor; resplandor
glinstering centelleo; fulgor; resplandor centella
glitter oropel; resplandor brillo; centelleo; chispeo; esplendor; fulgor
gloed brillo; claridad; iluminación; limpidez; lumbre; lúcidez; pureza; resplandor; serenidad ardor; brío; calor; efecto de iluminado; entusiasmo; garbo; iluminado; iluminado exterior; pasión; ímpetu
klatergoud oropel; resplandor
levenslicht brillo; lumbre; luz; resplandor
luister adorno; boato; brillantez; brillo; destello; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor
praal adorno; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor
pracht adorno; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor abundancia; belleza; grandeza; hermosura; lujo; magnificencia; plétora; preciosidad; profusión; riqueza; suntuosidad
pronk adorno; boato; brillantez; brillo; esplendor; fastuosidad; glande; gloria; lustre; ostentación; pompa; resplandor
schijn brillo; chispeo; destello; luz; resplandor apariencia; fachada; ilusión; pretensión; pretexto
schijnsel brillo; resplandor
schitteren brillantez; brillo; destello; esplendor; resplandor
schittering brillo; chispeo; destello; luz; resplandor brillo; centelleo; chispeo; esplendor; fulgor
straling brillo; resplandor irradiación; radiación
voorwending apariencia; brillo; fachada; farsa; pretexto; resplandor; simulación; subterfugio
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schitteren brillar; centellear; chispear; destellar; distinguirse; fulgurar; relucir; resplandecer; sobresalir

Verwante woorden van "resplandor":

  • resplandores

Synoniemen voor "resplandor":


Wiktionary: resplandor

resplandor
noun
  1. fel, (soms onaangenaam) schitterend en meestal weerspiegeld licht

Cross Translation:
FromToVia
resplandor scherf; splinter; uitbarsting; schittering éclatpartie détacher brusquement d’un corps qui éclater.

Verwante vertalingen van resplandor