Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- logrado:
- lograr:
-
Wiktionary:
- logrado → succesvol
- logrado → voltrokken, voldane, voldaan
- lograr → scheppen
- lograr → volbrengen, realiseren, bereiken, verwerven, winnen, verkrijgen, gemaakt, verwezenlijken, bewerkstelligen, scheppen, slagen, resulteren, uitkomen, volgen, voortkomen, voortspruiten, voortvloeien, belenden, grenzen aan, besturen, brengen, leiden, geleiden, voeren, uitgaan, uitlopen, uitstappen, uitstijgen, uittreden, behalen, inhalen, reiken tot, leiden tot, uitdraaien op, uitlopen op, aankomen, arriveren, overkomen, doorkomen, klaarspelen, slagen voor, aan de hand zijn, gebeuren, geschieden, voorkomen, voorvallen, aanbelanden, aanlanden, terechtkomen, buitmaken, deelachtig worden, krijgen, erin slagen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor logrado (Spaans) in het Nederlands
logrado:
-
logrado (aprobado; con buenos resultados; exitoso)
Vertaal Matrix voor logrado:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
geslaagd | aprobado; con buenos resultados; exitoso; logrado | |
succesvol | aprobado; con buenos resultados; exitoso; logrado |
Synoniemen voor "logrado":
Wiktionary: logrado
logrado
Cross Translation:
adjective
-
succes hebbend
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• logrado | → voltrokken; voldane; voldaan | ↔ accomplished — completed |
• logrado | → voldaan; voldane; voltrokken | ↔ accompli — Fini, parfait |
logrado vorm van lograr:
-
lograr (calar; alcanzar; llegar a; obtener; acercarse; allegarse; penetrar)
-
lograr (ingeniárselas; conseguir; hacérselas; manejárselas; apañárselas; arreglárselas)
-
lograr
Conjugations for lograr:
presente
- logro
- logras
- logra
- logramos
- lográis
- logran
imperfecto
- lograba
- lograbas
- lograba
- lográbamos
- lograbais
- lograban
indefinido
- logré
- lograste
- logró
- logramos
- lograsteis
- lograron
fut. de ind.
- lograré
- lograrás
- logrará
- lograremos
- lograréis
- lograrán
condic.
- lograría
- lograrías
- lograría
- lograríamos
- lograríais
- lograrían
pres. de subj.
- que logre
- que logres
- que logre
- que logremos
- que logréis
- que logren
imp. de subj.
- que lograra
- que lograras
- que lograra
- que lográramos
- que lograrais
- que lograran
miscelánea
- ¡logra!
- ¡lograd!
- ¡no logres!
- ¡no logréis!
- logrado
- logrando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor lograr:
Synoniemen voor "lograr":
Wiktionary: lograr
lograr
Cross Translation:
Cross Translation: