Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. influenza:
  2. Wiktionary:
Nederlands naar Spaans:   Meer gegevens...
  1. influenza:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor influenza (Spaans) in het Nederlands

influenza:

influenza [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la influenza (gripe)
    de griep
    – besmettelijke infectie waarbij je verkouden bent en koorts hebt 1
    • griep [de ~] zelfstandig naamwoord
      • hij was een weekje thuis met griep1
    de influenza

Vertaal Matrix voor influenza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
griep gripe; influenza
influenza gripe; influenza

Wiktionary: influenza

influenza
noun
  1. een vierusziekte die jaarlijks vele mensen ziek maakt en die voor ouderen gevaarlijk kan zijn

Cross Translation:
FromToVia
influenza griep InfluenzaMedizin: eine akute, fieberhafte Virus-Infektion, vorwiegend mit Entzündung der Atemwege, welche endemisch, epidemisch oder pandemisch auftritt und durch das Influenza-Virus verursacht wird



Nederlands

Uitgebreide vertaling voor influenza (Nederlands) in het Spaans

influenza:

influenza [de ~] zelfstandig naamwoord

  1. de influenza (griep)
    la influenza; la gripe
    • influenza [la ~] zelfstandig naamwoord
    • gripe [la ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor influenza:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gripe griep; influenza
influenza griep; influenza

Verwante vertalingen van influenza