Spaans

Uitgebreide vertaling voor cabina (Spaans) in het Nederlands

cabina:

cabina [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cabina
    de paskamer; het pashokje; het kleedhokje
  2. la cabina
    de cockpit
    • cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. la cabina (barraca; cabaña)
    de hangaar; de loods; de keet; de bouwkeet; de barak
    • hangaar [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • loods [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • keet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • bouwkeet [de ~] zelfstandig naamwoord
    • barak [de ~] zelfstandig naamwoord
  4. la cabina (camarote)
    de hut; de cabine; de kajuit
    • hut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kajuit [de ~] zelfstandig naamwoord
  5. la cabina (carlinga; cabina de mando)
    de cockpit; de stuurcabine; de cabine
    • cockpit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stuurcabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
  6. la cabina (vestidor; camerino)
    het kleedhokje; de kleedkamer; het badhokje
  7. la cabina (barraca; cabaña; camarote; )
    het kot; armoedige woning; de hut
    • kot [het ~] zelfstandig naamwoord
    • armoedige woning [znw.] zelfstandig naamwoord
    • hut [de ~] zelfstandig naamwoord
  8. la cabina (cuartito; cabaña; chabola; )
    de cabine; het kamertje
    • cabine [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kamertje [het ~] zelfstandig naamwoord
  9. la cabina (cabina telefónica; locutorio; parlatorio)
    de telefooncel; de spreekcel; de cabine
  10. la cabina (choza; caseta; jaula; )
    de hut; het hutje; het hok
    • hut [de ~] zelfstandig naamwoord
    • hutje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • hok [het ~] zelfstandig naamwoord
  11. la cabina (cabaña de pastor; cabaña; rancho; barraca; casucha)
    het herdershutje; kleine herdershut

Vertaal Matrix voor cabina:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
armoedige woning barraca; cabaña; cabina; camarote; casuca; casucha; chabola; choza; covacha; cuchitril; rancho; zahurda; zaquizamí
badhokje cabina; camerino; vestidor
barak barraca; cabaña; cabina barraca; habitación militar
bouwkeet barraca; cabaña; cabina
cabine barraca; cabaña; cabina; cabina de mando; cabina telefónica; camarote; carlinga; casucha; chabola; choza; cuartito; libratorio; locutorio; parlatorio vestidor
cockpit cabina; cabina de mando; carlinga
hangaar barraca; cabaña; cabina
herdershutje barraca; cabaña; cabaña de pastor; cabina; casucha; rancho
hok cabaña; cabina; camarote; caseta; caseta del perro; casilla; casuca; casucha; chabola; chiribitil; choza; covacha; cuchitril; garita; jaula; trastero; zaquizamí barraca; cabaña; choza; establo; gallinero; jaula; paradero de animales; pocilga; rancho
hut barraca; cabaña; cabina; camarote; caseta; caseta del perro; casilla; casuca; casucha; chabola; chiribitil; choza; covacha; cuchitril; garita; jaula; rancho; trastero; zahurda; zaquizamí cabaña; cabaña de pastor
hutje cabaña; cabina; camarote; caseta; caseta del perro; casilla; casuca; casucha; chabola; chiribitil; choza; covacha; cuchitril; garita; jaula; trastero; zaquizamí caseta; tugurio
kajuit cabina; camarote
kamertje barraca; cabaña; cabina; camarote; carlinga; casucha; chabola; choza; cuartito; libratorio; locutorio
keet barraca; cabaña; cabina alborozo; alegría; animación; barraca; broma; bromas; buen humor; cachondeo; casucha; chabola; choza; desorden; destrozos; disturbios; diversión; dédalo; enredo; escombrera; escombros; estragos; euforia; genio festivo; gozo; gracia; gusto; hilaridad; jovialidad; júbilo; laberinto; locura; madeja; maraña; optimismo; ovillo; pandemónium; perturbación; placer; rollo; ruina; ruinas; tumulto; vivacidad
kleedhokje cabina; camerino; vestidor
kleedkamer cabina; camerino; vestidor
kleine herdershut barraca; cabaña; cabaña de pastor; cabina; casucha; rancho
kot barraca; cabaña; cabina; camarote; casuca; casucha; chabola; choza; covacha; cuchitril; rancho; zahurda; zaquizamí caseta; tugurio
loods barraca; cabaña; cabina guía; mentor
pashokje cabina
paskamer cabina
spreekcel cabina; cabina telefónica; locutorio; parlatorio
stuurcabine cabina; cabina de mando; carlinga
telefooncel cabina; cabina telefónica; locutorio; parlatorio

Verwante woorden van "cabina":

  • cabinas

Synoniemen voor "cabina":


Wiktionary: cabina

cabina
noun
  1. bestuurdershokje van een vracht- of bestelauto
  2. ruimte voor de bestuurder in vliegtuig, boot of raceauto
  3. gebouwtje voor tijdelijk verblijf

Cross Translation:
FromToVia
cabina cabinet booth — An enclosure just big enough to accommodate one standing person
cabina cabine; cockpit; hut; kajuit cabine — marine|fr Petite chambre à coucher, à bord d’un bateau ou d'un aéronat.

Verwante vertalingen van cabina