Spaans

Uitgebreide vertaling voor comodidad (Spaans) in het Nederlands

comodidad:

comodidad [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la comodidad (sociabilidad; cordialidad)
    de gezelligheid; de gemoedelijkheid; de knusheid
  2. la comodidad (confort)
    het gemak; de gemakkelijkheid
  3. la comodidad (confort)
    het comfort
    • comfort [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la comodidad (confort)
    de behaaglijkheid; geriefelijkheid
  5. la comodidad (agilidad; arte; artes; )
    de kunst; de behendigheid; de truc; de handigheid; het kunstje; de kunstgreep
    • kunst [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • behendigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • truc [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • handigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • kunstje [het ~] zelfstandig naamwoord
    • kunstgreep [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. la comodidad (confort; necesidades)
    het gerief
    • gerief [het ~] zelfstandig naamwoord
  7. la comodidad
    de behaaglijkheid; gerieflijkheid
  8. la comodidad
    de gemakkelijkheid; gerieflijkheid
  9. la comodidad (condescendencia; indulgencia)
    de soepelheid; de gemakkelijkheid; de inschikkelijkheid
  10. la comodidad (levedad; ligereza)
    de lichtheid

Vertaal Matrix voor comodidad:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
behaaglijkheid comodidad; confort
behendigheid agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco
comfort comodidad; confort
gemak comodidad; confort calma; paciencia; serenidad
gemakkelijkheid comodidad; condescendencia; confort; indulgencia
gemoedelijkheid comodidad; cordialidad; sociabilidad
gerief comodidad; confort; necesidades
geriefelijkheid comodidad; confort
gerieflijkheid comodidad
gezelligheid comodidad; cordialidad; sociabilidad
handigheid agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco habilidad; saber; truco
inschikkelijkheid comodidad; condescendencia; indulgencia consideración; tolerancia
knusheid comodidad; cordialidad; sociabilidad
kunst agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco habilidad; saber; truco
kunstgreep agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco artimaña; trampa; treta; truco
kunstje agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco maña; treta; truco
lichtheid comodidad; levedad; ligereza
soepelheid comodidad; condescendencia; indulgencia agilidad; ductibilidad; ductilidad; flexibilidad
truc agilidad; aptitud; arte; artes; ciencia; comodidad; manija; pericia; presteza; truco ardid; artimaña; estratagema; habilidad; maña; saber; trampa; treta; trucaje; truco
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemak con calma

Verwante woorden van "comodidad":

  • comodidades

Synoniemen voor "comodidad":


Wiktionary: comodidad

comodidad
noun
  1. een toestand waarin men zonder onrust, vrees of verlegenheid is
  2. gemak, comfort

Cross Translation:
FromToVia
comodidad geriefelijkheid; aangenaamheid amenity — pleasantness
comodidad voorziening amenity — something that makes life easier or more pleasant
comodidad comfort; gemak comfort — contentment, ease

Verwante vertalingen van comodidad