Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. complejo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor complejo (Spaans) in het Nederlands

complejo:

complejo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el complejo (bloque de viviendas; bloque; polea; leño)
    het complex
    • complex [het ~] zelfstandig naamwoord

complejo bijvoeglijk naamwoord

  1. complejo (complicado; enmarañado; enredado)
    ingewikkeld; complex; gecompliceerd
  2. complejo (complicado; desordenado; compuesto; enredado; intrincado)
    gewikkeld in; ingewikkeld

Vertaal Matrix voor complejo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complex bloque; bloque de viviendas; complejo; leño; polea
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
complex complejo; complicado; enmarañado; enredado
gecompliceerd complejo; complicado; enmarañado; enredado
ingewikkeld complejo; complicado; compuesto; desordenado; enmarañado; enredado; intrincado
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gewikkeld in complejo; complicado; compuesto; desordenado; enredado; intrincado

Verwante woorden van "complejo":

  • compleja, complejas, complejos

Synoniemen voor "complejo":


Wiktionary: complejo

complejo
adjective
  1. ingewikkeld
  2. niet eenvoudig en zeer samengesteld

Cross Translation:
FromToVia
complejo geperfectioneerd sophisticated — complicated, especially of complex technology

Verwante vertalingen van complejo