Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
arrebatar:
- verhuizen; verkassen; beschuldigen; verwijten; aanrekenen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen; kwalijk nemen; iemand iets verwijten; stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; ontvreemden; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken; doordrijven; geweld gebruiken; ontwringen; ontworstelen; zich door te worstelen bevrijden
- Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor arrebatar (Spaans) in het Nederlands
arrebatar:
-
arrebatar (mudar de casa; amanecer; despachar; remover; levantar; echar; desaparecer)
-
arrebatar (reprender; sacar; condenar; eliminar; amonestar; reconvenir; borrar; culpar; iluminarse; amanecer; librarse de; notar; enjugar; clarear; hacer ver)
beschuldigen; verwijten; aanrekenen; voorhouden; blameren; voor de voeten gooien; berispen; aanwrijven; laken; nadragen; gispen-
voor de voeten gooien werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
arrebatar (reprochar; desaparecer; amanecer; amonestar; escandalizar)
aanrekenen; kwalijk nemen; iemand iets verwijten; aanwrijven-
kwalijk nemen werkwoord
-
iemand iets verwijten werkwoord
-
aanwrijven werkwoord
-
arrebatar (hurtar; robar; birlar; mangar; llevarse con el pico; mangar a)
stelen; jatten; pikken; verdonkeremanen; gappen; wegpikken; inpikken; ontvreemden; wegkapen; vervreemden; achteroverdrukken-
verdonkeremanen werkwoord (verdonkeremaan, verdonkeremaant, verdonkeremaande, verdonkeremaanden, verdonkeremaand)
-
achteroverdrukken werkwoord (druk achterover, drukt achterover, drukte achterover, drukten achterover, achterovergedrukt)
-
arrebatar (llevar adelante; atacar; forzar; mandar; machacar; disponer; avanzar; infringir; transgredir; acometer; asaltar; atracar; agraviar; inculcar; asediar; endilgar; forzarse)
-
arrebatar (quebrantar; avanzar; imponer; atacar; forzar; asaltar; violar; atracar; agraviar; infringir; asediar)
geweld gebruiken-
geweld gebruiken werkwoord
-
-
arrebatar (zafarse; arrancar)
Conjugations for arrebatar:
presente
- arrebato
- arrebatas
- arrebata
- arrebatamos
- arrebatáis
- arrebatan
imperfecto
- arrebataba
- arrebatabas
- arrebataba
- arrebatábamos
- arrebatabais
- arrebataban
indefinido
- arrebaté
- arrebataste
- arrebató
- arrebatamos
- arrebatasteis
- arrebataron
fut. de ind.
- arrebataré
- arrebatarás
- arrebatará
- arrebataremos
- arrebataréis
- arrebatarán
condic.
- arrebataría
- arrebatarías
- arrebataría
- arrebataríamos
- arrebataríais
- arrebatarían
pres. de subj.
- que arrebate
- que arrebates
- que arrebate
- que arrebatemos
- que arrebatéis
- que arrebaten
imp. de subj.
- que arrebatara
- que arrebataras
- que arrebatara
- que arrebatáramos
- que arrebatarais
- que arrebataran
miscelánea
- ¡arrebata!
- ¡arrebatad!
- ¡no arrebates!
- ¡no arrebatéis!
- arrebatado
- arrebatando
1. yo, 2. tĆŗ, 3. Ć©l/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor arrebatar:
Synoniemen voor "arrebatar":
Wiktionary: arrebatar
arrebatar
Cross Translation:
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• arrebatar | → beroven | ↔ bereave — To take away someone or something important or close |
• arrebatar | → aftrekken; afnemen; afpakken; weghalen; wegnemen; afsnijden; afsteken; afhalen; rissen; ritsen; aftellen; inhouden; korten | ↔ retrancher — Traductions à vérifier et à trier |
• arrebatar | → afnemen; afpakken; weghalen; wegnemen; bergen; bewaren; opbergen; wegleggen; wegzetten; afschaffen; elimineren; opdoeken; uitmaken; verwijderen; wegdoen | ↔ ôter — tirer une chose de la place où elle est. Se dit aussi en parlant des personnes et des animaux. |
Computer vertaling door derden: