Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: acolchar

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: acolchar

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. acolchar:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor acolchar (Spaans) in het Nederlands

acolchar:

acolchar werkwoord

  1. acolchar (llenar; cargar; empastar; rellenar; colmar)
    plomberen; vullen
    • plomberen werkwoord (plombeer, plombeert, plombeerde, plombeerden, geplobeerd)
    • vullen werkwoord (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
  2. acolchar (llenar hasta el borde; llenar; colmar)
    vullen; volschenken
    • vullen werkwoord (vul, vult, vulde, vulden, gevuld)
    • volschenken werkwoord (schenk vol, schenkt vol, schonk vol, schonken vol, volgeschonken)

Conjugations for acolchar:

presente
  1. acolcho
  2. acolchas
  3. acolcha
  4. acolchamos
  5. acolcháis
  6. acolchan
imperfecto
  1. acolchaba
  2. acolchabas
  3. acolchaba
  4. acolchábamos
  5. acolchabais
  6. acolchaban
indefinido
  1. acolché
  2. acolchaste
  3. acolchó
  4. acolchamos
  5. acolchasteis
  6. acolcharon
fut. de ind.
  1. acolcharé
  2. acolcharás
  3. acolchará
  4. acolcharemos
  5. acolcharéis
  6. acolcharán
condic.
  1. acolcharía
  2. acolcharías
  3. acolcharía
  4. acolcharíamos
  5. acolcharíais
  6. acolcharían
pres. de subj.
  1. que acolche
  2. que acolches
  3. que acolche
  4. que acolchemos
  5. que acolchéis
  6. que acolchen
imp. de subj.
  1. que acolchara
  2. que acolcharas
  3. que acolchara
  4. que acolcháramos
  5. que acolcharais
  6. que acolcharan
miscelánea
  1. ¡acolcha!
  2. ¡acolchad!
  3. ¡no acolches!
  4. ¡no acolchéis!
  5. acolchado
  6. acolchando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor acolchar:

WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
plomberen acolchar; cargar; colmar; empastar; llenar; rellenar
volschenken acolchar; colmar; llenar; llenar hasta el borde
vullen acolchar; cargar; colmar; empastar; llenar; llenar hasta el borde; rellenar colmar; llenar; rellenar

Synoniemen voor "acolchar":

  • almohadillar; guatear; enguatar

Wiktionary: acolchar

acolchar
verb
  1. meubels of wanden bekleden met een verende laag
  2. opvullen met watten
Cross Translation:
FromToVia
• acolchar → vullen; opvullen; opzetten ↔ rembourrer — garnir de bourre, de laine, de crin, etc.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0538 seconde
Page rendered in 1.0 seconds