Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
despojar:
-
Wiktionary:
despojar → beroven
despojar → beroven, gappen, ontvreemden, stelen, afpellen, jassen, schillen, ontnemen, ontdoen, ontvellen, stropen, villen, ontbloten, ontdekken -
Synoniemen voor "despojar":
birlar; robar; quitar; hurtar; afanar; soplar; sisar
expoliar; desposeer; saquear; usurpar
raptar; arrebatar; arrancar; separar
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor despojar (Spaans) in het Nederlands
despojar:
Synoniemen voor "despojar":
Wiktionary: despojar
despojar
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• despojar | → beroven | ↔ bereave — To take away someone or something important or close |
• despojar | → gappen; ontvreemden; stelen; afpellen; jassen; schillen; beroven; ontnemen; ontdoen; ontvellen; stropen; villen; ontbloten; ontdekken | ↔ dépouiller — Traductions à trier suivant le sens |