Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ahorrador:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ahorrador (Spaans) in het Nederlands

ahorrador:

ahorrador bijvoeglijk naamwoord

  1. ahorrador (eficaz; económico; parco; )
    zuinig; spaarzaam; zuinigjes; economisch

ahorrador [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el ahorrador (depositante)
    de inlegger; de inbrenger; inlegster; de spaarder

Vertaal Matrix voor ahorrador:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
inbrenger ahorrador; depositante
inlegger ahorrador; depositante
inlegster ahorrador; depositante
spaarder ahorrador; depositante
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
economisch ahorrador; económicamente; económico; eficaz; eficiente; parco; parsimonioso economizador; económicamente; económico
spaarzaam ahorrador; económicamente; económico; eficaz; eficiente; parco; parsimonioso
zuinig ahorrador; económicamente; económico; eficaz; eficiente; parco; parsimonioso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
zuinigjes ahorrador; económicamente; económico; eficaz; eficiente; parco; parsimonioso

Verwante woorden van "ahorrador":


Synoniemen voor "ahorrador":


Wiktionary: ahorrador

ahorrador
adjective
  1. voorzichtig met het uitgeven van geld