Spaans

Uitgebreide vertaling voor vieja (Spaans) in het Nederlands

vieja:

vieja [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la vieja
    oud mens; de taart
    • oud mens [znw.] zelfstandig naamwoord
    • taart [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor vieja:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oud mens vieja
taart vieja dulces; pasteles; repostería; tarta

Verwante woorden van "vieja":


Wiktionary: vieja

vieja
adjective
  1. oud mens, dier
  2. oud ding, concept
  3. vorige

vieja vorm van viejo:

viejo bijvoeglijk naamwoord

  1. viejo (antiguo; viejísimo; chapado a la antigua; )
    antiek; oud; ouderwets
  2. viejo (antiguo; anticuado; clásico)
    oude
    • oude bijvoeglijk naamwoord
  3. viejo (soso; antiguo; picado; )
    plat; oud; oudbakken; verschaald; oubakken; muf
  4. viejo (anciano; sénior; de edad avanzada)
    bejaard; ouwelijk
  5. viejo (antiquísimo; antiguo; anticuado; )
    oeroud
    • oeroud bijvoeglijk naamwoord
  6. viejo (decrépito; anticuádo; estropeado; gastado)
    uitgeleefd

viejo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el viejo (anciano)
    de ouwe; de bejaarde
    • ouwe [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • bejaarde [de ~] zelfstandig naamwoord
  2. el viejo (anciano)
    de grijsaard; de grijskop
    • grijsaard [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • grijskop [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el viejo (capitán de un barco náutico; almirante)
    vlootschipper

Vertaal Matrix voor viejo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antiek antigüedades
bejaarde anciano; viejo tercera edad
grijsaard anciano; viejo
grijskop anciano; viejo
ouwe anciano; viejo
vlootschipper almirante; capitán de un barco náutico; viejo
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
antiek a la antigua; anticuado; antiguo; antiquísimo; chapado a la antigua; viejo; viejísimo
bejaard anciano; de edad avanzada; sénior; viejo anciano
muf anticuado; antiguo; desahumado; picado; refrito; soso; viejo cargado; enmohecido; enrarecido; mal ventilado; mohoso; poco fresco; poco limpio; rancio; sofocante; viciado
oeroud a la antigua; anticuado; antiguo; antiquísimo; chapado a la antigua; clásico; viejo; viejísimo
oud a la antigua; anticuado; antiguo; antiquísimo; chapado a la antigua; desahumado; picado; refrito; soso; viejo; viejísimo anciano; desgastado; gastado
oudbakken anticuado; antiguo; desahumado; picado; refrito; soso; viejo
ouderwets a la antigua; anticuado; antiguo; antiquísimo; chapado a la antigua; viejo; viejísimo a la antigua; ancestral; anticuado; chapado a la antigua; en desuso
ouwelijk anciano; de edad avanzada; sénior; viejo
plat anticuado; antiguo; desahumado; picado; refrito; soso; viejo a bocajarro; a sotavento; apagado; astuto; añejo; bajamente; bajo; banal; basto; bruto; burdo; castizo; criminal; desaseado; deshonroso; equilibrado; fino; grosero; horizontal; igual; igualado; malo; menos; monótono; plano; rudo; suave; tajantemente; trivial; vulgar
uitgeleefd anticuádo; decrépito; estropeado; gastado; viejo
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
oubakken anticuado; antiguo; desahumado; picado; refrito; soso; viejo
oude anticuado; antiguo; clásico; viejo
verschaald anticuado; antiguo; desahumado; picado; refrito; soso; viejo

Verwante woorden van "viejo":


Synoniemen voor "viejo":


Wiktionary: viejo

viejo
adjective
  1. vorige

Cross Translation:
FromToVia
viejo oud back — not current
viejo oud old — of an object, concept, etc: having existed for a relatively long period of time
viejo oud old — of a living being: having lived for relatively many years
viejo oud alt — vor langer Zeit gemacht oder geschehen
viejo bejaard betagt — geh.|: in vorgerücktem Alter
viejo bejaarde; oude man vieillardhomme d’un âge avancé.
viejo bejaard; oud; vergevorderd; aftands; bouwvallig; gammel; uitgeleefd; uitgewoond; wrak vieux — D’un certain âge (relatif à un autre).

Verwante vertalingen van vieja