Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- utilizable:
-
Wiktionary:
- utilizable → bruikbaar, geschikt, doelmatig, gemakkelijk, gepast, passend, betamelijk, toepasselijk, behoorlijk, fatsoenlijk, keurig, voegzaam, welvoeglijk, goedgezind, gunstig, toegenegen, welgezind, lievelings-
Spaans
Uitgebreide vertaling voor utilizable (Spaans) in het Nederlands
utilizable:
-
utilizable (útil; servible)
-
utilizable (útil; valioso; servible; hábil; viable; diestro; factible; aprovechado; ducho; mañoso; manejable; inestimable; meritorio; inapreciable; aprovechable; habilidoso; digno de mérito; de fácil manejo)
-
utilizable (dispuesto para el funcionamiento; operativo)
operationeel-
operationeel bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor utilizable:
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bruikbaar | servible; utilizable; útil | fecundo; fructífero; fértil; lucrativo; rentable |
handig | servible; utilizable; útil | afilado; agudo; aprovechado; atractivo; buen mozo; capaz; cortante; descansado; despierto; diestro; espabilado; experimentado; experto; habilidoso; ingenioso; listo; manejable; mañoso; práctico; sofisticado; talentoso; útil |
inzetbaar | servible; utilizable; útil | |
nuttig | servible; utilizable; útil | fecundo; fructífero; fértil; lucrativo; manejable; práctico; rentable; útil |
operationeel | dispuesto para el funcionamiento; operativo; utilizable | |
werkbaar | servible; utilizable; útil | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
bruikbare | aprovechable; aprovechado; de fácil manejo; diestro; digno de mérito; ducho; factible; habilidoso; hábil; inapreciable; inestimable; manejable; mañoso; meritorio; servible; utilizable; valioso; viable; útil |
Verwante woorden van "utilizable":
Synoniemen voor "utilizable":
Wiktionary: utilizable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• utilizable | → bruikbaar; geschikt; doelmatig; gemakkelijk; gepast; passend; betamelijk; toepasselijk; behoorlijk; fatsoenlijk; keurig; voegzaam; welvoeglijk | ↔ convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose. |
• utilizable | → bruikbaar; geschikt; goedgezind; gunstig; toegenegen; welgezind; lievelings- | ↔ propice — Qui est favorable, en parlant de divinité, toute puissance, ou autorité dont nous pouvoir dépendre. |
Computer vertaling door derden: