Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. lascivo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor lascivo (Spaans) in het Nederlands

lascivo:

lascivo bijvoeglijk naamwoord

  1. lascivo (sensual; erótico)
    sensueel; wulps; zinlijk
  2. lascivo (libidinoso; voluptuoso; sensual)
    wellustig
  3. lascivo (como sopa; cachondo; cálido; )
    soppig
    • soppig bijvoeglijk naamwoord
  4. lascivo (sensual; sensorial; erótico; libidinoso; voluptuoso)
    zinnelijk

lascivo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el lascivo (persona sensual; gozador; lujurioso)
    de wellusteling

Vertaal Matrix voor lascivo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
wellusteling gozador; lascivo; lujurioso; persona sensual
Bijvoeglijk NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
sensueel erótico; lascivo; sensual
wellustig lascivo; libidinoso; sensual; voluptuoso
wulps erótico; lascivo; sensual
zinlijk erótico; lascivo; sensual
zinnelijk erótico; lascivo; libidinoso; sensorial; sensual; voluptuoso
BijwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
soppig ardiente; cachondo; caliente; como sopa; cálido; fogoso; lascivo; lujurioso

Verwante woorden van "lascivo":

  • lasciva, lascivas, lascivos

Synoniemen voor "lascivo":


Wiktionary: lascivo

lascivo
adjective
  1. begerig naar bijv. mediageil, publiciteitsgeil
  2. naar (seksueel) genot verlangend of daarvan getuigend
  3. verlangend naar genot

Cross Translation:
FromToVia
lascivo wellustig lascivious — wanton
lascivo liederlijk lewd — lascivious