Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- explorar:
-
Wiktionary:
- explorar → exploreren
- explorar → onderzoeken, bestuderen, napluizen, exploreren, navorsen, uitpluizen, uitzoeken, aftasten, verkennen, nagaan, uitvissen, vorsen, examineren, nakijken, nauwkeurig onderzoeken, opgravingen doen, zoeken, wetenschappelijk onderzoeken, een enquête houden
Spaans
Uitgebreide vertaling voor explorar (Spaans) in het Nederlands
explorar:
-
explorar (reconocer; investigar)
-
explorar (investigar; examinar; explorar a fondo)
-
explorar (investigar; examinar)
-
explorar (investigar; comprobar; descubrir; averiguar; reconocer; controlar; verificar; analizar; vislumbrar; indagar; examinar; rastrear; divisar; escudriñar; columbrar; explorar a fondo; seguir el rastro de)
doorvorsen-
doorvorsen werkwoord
-
-
explorar (tentar)
Conjugations for explorar:
presente
- exploro
- exploras
- explora
- exploramos
- exploráis
- exploran
imperfecto
- exploraba
- explorabas
- exploraba
- explorábamos
- explorabais
- exploraban
indefinido
- exploré
- exploraste
- exploró
- exploramos
- explorasteis
- exploraron
fut. de ind.
- exploraré
- explorarás
- explorará
- exploraremos
- exploraréis
- explorarán
condic.
- exploraría
- explorarías
- exploraría
- exploraríamos
- exploraríais
- explorarían
pres. de subj.
- que explore
- que explores
- que explore
- que exploremos
- que exploréis
- que exploren
imp. de subj.
- que explorara
- que exploraras
- que explorara
- que exploráramos
- que explorarais
- que exploraran
miscelánea
- ¡explora!
- ¡explorad!
- ¡no explores!
- ¡no exploréis!
- explorado
- explorando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor explorar:
Synoniemen voor "explorar":
Wiktionary: explorar
explorar
Cross Translation:
verb
-
(overgankelijk) een onbekend gebied verkennen
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• explorar | → onderzoeken; bestuderen; napluizen; exploreren; navorsen; uitpluizen; uitzoeken; aftasten | ↔ explore — to examine or investigate something systematically |
• explorar | → verkennen; exploreren | ↔ explore — to travel somewhere in search of discovery |
• explorar | → exploreren; nagaan; onderzoeken; uitvissen; uitzoeken; vorsen; examineren; nakijken; nauwkeurig onderzoeken | ↔ examiner — observer avec attention, avec réflexion. |
• explorar | → exploreren; onderzoeken; uitzoeken; nagaan; uitvissen; vorsen | ↔ explorer — parcourir une région inconnue qu’on venir de découvrir pour en connaître la situation, l’étendue, les mœurs, etc. |
• explorar | → exploreren; nagaan; onderzoeken; uitvissen; uitzoeken; vorsen; opgravingen doen | ↔ fouiller — Traductions à trier suivant le sens |
• explorar | → zoeken; wetenschappelijk onderzoeken; exploreren; nagaan; uitvissen; uitzoeken; vorsen; een enquête houden | ↔ rechercher — (1) |