Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. ablandar:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor ablandar (Spaans) in het Nederlands

ablandar:

ablandar werkwoord

  1. ablandar (remojar; poner a remojar; poner en remojo)
    ontharden; week maken; verweken; zachtmaken; in de week zetten
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • week maken werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)
    • in de week zetten werkwoord
    weken
    – in water zetten om week te laten worden of om vuil los te maken 1
    • weken werkwoord (week, weekt, weekte, weekten, geweekt)
      • deze spijkerbroeken moet ik eerst weken met Biotex1
  2. ablandar (paliar; mitigar; templar; aliviar; suavizar)
    verzachten; vervriendelijken
  3. ablandar (suavizar; templar)
    verlichten; verzachten; lenigen
    • verlichten werkwoord (verlicht, verlichtte, verlichtten, verlicht)
    • verzachten werkwoord (verzacht, verzachtte, verzachtten, verzacht)
    • lenigen werkwoord (lenig, lenigt, lenigde, lenigden, gelenigd)
  4. ablandar (suavizar; enternecer)
    vermurwen
    • vermurwen werkwoord (vermurw, vermurwt, vermurwde, vermurwden, vermurwd)
  5. ablandar (enternecer; enternecerse)
    week worden; verweken
    • week worden werkwoord
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
  6. ablandar (suavizar)
    ontharden; verweken; zachtmaken
    • ontharden werkwoord (onthard, onthardt, onthardde, onthardden, onthard)
    • verweken werkwoord (verweek, verweekt, verweekte, verweekten, verweekt)
    • zachtmaken werkwoord (maak zacht, maakt zacht, maakte zacht, maakten zacht, zacht gemaakt)

Conjugations for ablandar:

presente
  1. ablando
  2. ablandas
  3. ablanda
  4. ablandamos
  5. ablandáis
  6. ablandan
imperfecto
  1. ablandaba
  2. ablandabas
  3. ablandaba
  4. ablandábamos
  5. ablandabais
  6. ablandaban
indefinido
  1. ablandé
  2. ablandaste
  3. ablandó
  4. ablandamos
  5. ablandasteis
  6. ablandaron
fut. de ind.
  1. ablandaré
  2. ablandarás
  3. ablandará
  4. ablandaremos
  5. ablandaréis
  6. ablandarán
condic.
  1. ablandaría
  2. ablandarías
  3. ablandaría
  4. ablandaríamos
  5. ablandaríais
  6. ablandarían
pres. de subj.
  1. que ablande
  2. que ablandes
  3. que ablande
  4. que ablandemos
  5. que ablandéis
  6. que ablanden
imp. de subj.
  1. que ablandara
  2. que ablandaras
  3. que ablandara
  4. que ablandáramos
  5. que ablandarais
  6. que ablandaran
miscelánea
  1. ¡ablanda!
  2. ¡ablandad!
  3. ¡no ablandes!
  4. ¡no ablandéis!
  5. ablandado
  6. ablandando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor ablandar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
weken remojar
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
in de week zetten ablandar; poner a remojar; poner en remojo; remojar
lenigen ablandar; suavizar; templar consumir; disfrutar
ontharden ablandar; poner a remojar; poner en remojo; remojar; suavizar
verlichten ablandar; suavizar; templar aclarar; alumbrar; elucidar; iluminar; reducir el cargo
vermurwen ablandar; enternecer; suavizar
vervriendelijken ablandar; aliviar; mitigar; paliar; suavizar; templar
verweken ablandar; enternecer; enternecerse; poner a remojar; poner en remojo; remojar; suavizar
verzachten ablandar; aliviar; mitigar; paliar; suavizar; templar
week maken ablandar; poner a remojar; poner en remojo; remojar
week worden ablandar; enternecer; enternecerse
weken ablandar; poner a remojar; poner en remojo; remojar
zachtmaken ablandar; poner a remojar; poner en remojo; remojar; suavizar

Synoniemen voor "ablandar":


Wiktionary: ablandar

ablandar
verb
  1. minder erg maken
noun
  1. door langdurig in een vloeistof te leggen zacht, plooibaar of beter wasbaar maken

Cross Translation:
FromToVia
ablandar verzachten soften — (transitive) To make something soft or softer