Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: solucionar

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: solucionar

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. solucionar:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor solucionar (Spaans) in het Nederlands

solucionar:

solucionar werkwoord

  1. solucionar (descifrar; sacar en claro; decodificar)
    oplossen; ontcijferen; tot een oplossing brengen; ontwarren
  2. solucionar (descifrar; resolver; disolver; )
    oplossen; ontrafelen; ontraadselen; ontwarren; ontknopen
    • oplossen werkwoord (los op, lost op, loste op, losten op, opgelost)
    • ontrafelen werkwoord (ontrafel, ontrafelt, ontrafelde, ontrafelden, ontrafeld)
    • ontraadselen werkwoord (ontraadsel, ontraadselt, ontraadselde, ontraadselden, ontraadseld)
    • ontwarren werkwoord (ontwar, ontwart, ontwarde, ontwarden, ontward)
    • ontknopen werkwoord (ontknoop, ontknoopt, ontknoopte, ontknoopten, ontknoopt)
  3. solucionar (arreglar; terminar; finalizar; tener acabado; tener listo)
    klaren; in orde maken; regelen; afdoen
    • klaren werkwoord (klaar, klaart, klaarde, klaarden, geklaard)
    • in orde maken werkwoord (maak in orde, maakt in orde, maakte in orde, maakten in orde, in orde gemaakt)
    • regelen werkwoord (regel, regelt, regelde, regelden, geregeld)
    • afdoen werkwoord (doe af, doet af, deed af, deden af, afgedaan)
  4. solucionar (sacar en claro)
    ontdekken; opsporen; ontwaren
    • ontdekken werkwoord (ontdek, ontdekt, ontdekte, ontdekten, ontdekt)
    • opsporen werkwoord (spoor op, spoort op, spoorde op, spoorden op, opgespoord)
    • ontwaren werkwoord (ontwaar, ontwaart, ontwaarde, ontwaarden, ontwaard)

Conjugations for solucionar:

presente
  1. soluciono
  2. solucionas
  3. soluciona
  4. solucionamos
  5. solucionáis
  6. solucionan
imperfecto
  1. solucionaba
  2. solucionabas
  3. solucionaba
  4. solucionábamos
  5. solucionabais
  6. solucionaban
indefinido
  1. solucioné
  2. solucionaste
  3. solucionó
  4. solucionamos
  5. solucionasteis
  6. solucionaron
fut. de ind.
  1. solucionaré
  2. solucionarás
  3. solucionará
  4. solucionaremos
  5. solucionaréis
  6. solucionarán
condic.
  1. solucionaría
  2. solucionarías
  3. solucionaría
  4. solucionaríamos
  5. solucionaríais
  6. solucionarían
pres. de subj.
  1. que solucione
  2. que soluciones
  3. que solucione
  4. que solucionemos
  5. que solucionéis
  6. que solucionen
imp. de subj.
  1. que solucionara
  2. que solucionaras
  3. que solucionara
  4. que solucionáramos
  5. que solucionarais
  6. que solucionaran
miscelánea
  1. ¡soluciona!
  2. ¡solucionad!
  3. ¡no soluciones!
  4. ¡no solucionéis!
  5. solucionado
  6. solucionando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor solucionar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
regelen atonar; organizar; poner a tono; regular
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
afdoen arreglar; finalizar; solucionar; tener acabado; tener listo; terminar ordenar; regular; resolver
in orde maken arreglar; finalizar; solucionar; tener acabado; tener listo; terminar ajustar; arreglar; despachar; poner en orden; restaurar
klaren arreglar; finalizar; solucionar; tener acabado; tener listo; terminar despachar en la aduana; expurgar; purgar; purificar
ontcijferen decodificar; descifrar; sacar en claro; solucionar decodificar; descifrar
ontdekken sacar en claro; solucionar dar con; descrubir; encontrar; encontrarse
ontknopen descifrar; desembrollar; desenmarañar; desenredar; desleír; disolver; disolverse; resolver; solucionar desabrochar; desatar
ontraadselen descifrar; desembrollar; desenmarañar; desenredar; desleír; disolver; disolverse; resolver; solucionar averiguar; descifrar; desenredar; deshacer; deshilachar; deshilar; desmenuzar; destejer; investigar; resolver
ontrafelen descifrar; desembrollar; desenmarañar; desenredar; desleír; disolver; disolverse; resolver; solucionar averiguar; descifrar; desenmarañar; desenredar; deshacer; deshilachar; deshilar; desleír; desmenuzar; desmontar; destejer; disolver; investigar; resolver
ontwaren sacar en claro; solucionar abarcar con la vista; advertir; atisbar; contemplar; darse cuenta de; desempeñar; destacarse; diferenciar; diferenciarse; discernir; distinguir; distinguirse; divisar; entrever; experimentar; hojear; luquear; mirar; notar; observar; percatarse de; percibir; reemplazar; señalar; substituir; suplir; ver; vislumbrar
ontwarren decodificar; descifrar; desembrollar; desenmarañar; desenredar; desleír; disolver; disolverse; resolver; sacar en claro; solucionar averiguar; descifrar; desenmarañar; desenredar; deshacer; deshilachar; deshilar; desleír; desmenuzar; desmontar; destejer; disolver; investigar; resolver
oplossen decodificar; descifrar; desembrollar; desenmarañar; desenredar; desleír; disolver; disolverse; resolver; sacar en claro; solucionar disolver; disolverse
opsporen sacar en claro; solucionar encontrar; localizar
regelen arreglar; finalizar; solucionar; tener acabado; tener listo; terminar ajustar; arreglar; arreglarse; comenzar; construir; dirigir; erigir; establecer; estructurar; formar; fundar; iniciar; levantar; montar; organizar; poner; poner en orden; poner en pie; regular; sintonizar
tot een oplossing brengen decodificar; descifrar; sacar en claro; solucionar

Synoniemen voor "solucionar":


Wiktionary: solucionar

solucionar
verb
  1. een probleem ophelderen
Cross Translation:
FromToVia
• solucionar → oplossen ↔ solve — to find an answer or solution
• solucionar → oplossen; kruimelen; ontleden; slibben; verkruimelen ↔ résoudre — Décomposer un corps en ses éléments.

Computer vertaling door derden:






Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0991 seconde
Page rendered in 1.0 seconds