Máscara: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

máscara:
- mombakkes; masker; mom; larve; vermomming; verkleding; weergave
mascar:
- kauwen; schaften
Wiktionary:
- máscara → mombakkes
- máscara → skin, masker, dekmantel, mom, mombakkes
- mascar → kauwen

Nederlands naar Spaans: Meer gegevens...

máscara:
- Wiktionary:
  mascara → rímel

Spaans

Uitgebreide vertaling voor máscara (Spaans) in het Nederlands

máscara:

máscara [la ~] zelfstandig naamwoord

la máscara (careta; mascarilla)
het mombakkes; het masker; de mom
- mombakkes [het ~] zelfstandig naamwoord
- masker [het ~] zelfstandig naamwoord
- mom [de ~] zelfstandig naamwoord
la máscara (larva; careta; antifaz; mascarilla)
de larve
- larve [de ~] zelfstandig naamwoord
la máscara (antifaz; disfraz; careta; imitación)
de vermomming; de verkleding
- vermomming [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- verkleding [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
la máscara
de weergave
- weergave [de ~] zelfstandig naamwoord
la máscara
het masker
- masker [het ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor máscara:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
larve	antifaz; careta; larva; mascarilla; máscara
masker	careta; mascarilla; máscara	apariencia; fachada; pretexto
mom	careta; mascarilla; máscara
mombakkes	careta; mascarilla; máscara
verkleding	antifaz; careta; disfraz; imitación; máscara
vermomming	antifaz; careta; disfraz; imitación; máscara
weergave	máscara	comentario; crónica; devolución; historia; relación; relato; reportaje; restitución; vista

Verwante woorden van "máscara":

máscaras

Synoniemen voor "máscara":

antifaz; careta
embuchado; disimulo; tapujo; engaño; simulación; apaño

Wiktionary: máscara

máscara

noun

masker
- mombakkes → careta; máscara

Cross Translation:

From	To	Via
• máscara	→ skin	↔ skin — image used as the background of graphical user interface
• máscara	→ masker; dekmantel; mom; mombakkes	↔ masque — Traductions à trier suivant le sens

mascar:

mascar werkwoord

mascar (masticar; mascar tabaco)
kauwen
- kauwen werkwoord (kauw, kauwt, kauwde, kauwden, gekauwd)
mascar (comer; almorzar; cenar; devorar; morfar)
schaften
- schaften werkwoord (schaft, schaftte, schaftten, geschaft)

Conjugations for mascar:

presente

masco
mascas
masca
mascamos
mascáis
mascan

imperfecto

mascaba
mascabas
mascaba
mascábamos
mascabais
mascaban

indefinido

masqué
mascaste
mascó
mascamos
mascasteis
mascaron

fut. de ind.

mascaré
mascarás
mascará
mascaremos
mascaréis
mascarán

condic.

mascaría
mascarías
mascaría
mascaríamos
mascaríais
mascarían

pres. de subj.

que masque
que masques
que masque
que masquemos
que masquéis
que masquen

imp. de subj.

que mascara
que mascaras
que mascara
que mascáramos
que mascarais
que mascaran

miscelánea

¡masca!
¡mascad!
¡no masques!
¡no masquéis!
mascado
mascando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor mascar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
kauwen	mascar; mascar tabaco; masticar
schaften	almorzar; cenar; comer; devorar; mascar; morfar

Synoniemen voor "mascar":

rumiar; pensar; considerar; triturar; estudiar; reflexionar; meditar; urdir; masticar; examinar; mordisquear; tramar; desmenuzar

Wiktionary: mascar

Cross Translation:

From	To	Via
• mascar	→ kauwen	↔ kauen — Nahrung mit den Zahn, durch wiederholtes öffnen und schließen der Kiefer, zerkleinern
• mascar	→ kauwen	↔ mâcher — Action de broyer un aliment ou un objet à l’aide des dents et de la mâchoire.

Computer vertaling door derden:

Verwante vertalingen van máscara

Nederlands

Uitgebreide vertaling voor máscara (Nederlands) in het Spaans

máscara: ^{(*Woord en zin splitter gebruikt)}

MS: multiple sclerosis
cara: cara