Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. flujo:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor flujo (Spaans) in het Nederlands

flujo:

flujo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el flujo (marea; nivel del agua; horas canónicas; niveles de agua)
    het tij; het getij; het getijde
    • tij [het ~] zelfstandig naamwoord
    • getij [het ~] zelfstandig naamwoord
    • getijde [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el flujo (marea alta; marea montante)
    de vloed; het hoogwater
    • vloed [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • hoogwater [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. el flujo (flujo de datos)
    de gegevensstroom
  4. el flujo (miembro de dimensión de flujo)
    de stroom; stroomdimensielid

Vertaal Matrix voor flujo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gegevensstroom flujo; flujo de datos flujo de datos; secuencia; transmisión
getij flujo; horas canónicas; marea; nivel del agua; niveles de agua
getijde flujo; horas canónicas; marea; nivel del agua; niveles de agua
hoogwater flujo; marea alta; marea montante aguas altas; aguas llenas; marea alta; marea creciente
stroom flujo; miembro de dimensión de flujo arroyo; corriente eléctrico; electricidad; energía; fluido; riachuezo; riada; río
tij flujo; horas canónicas; marea; nivel del agua; niveles de agua
vloed flujo; marea alta; marea montante
Not SpecifiedVerwante vertalingenAndere vertalingen
stroomdimensielid flujo; miembro de dimensión de flujo

Verwante woorden van "flujo":


Synoniemen voor "flujo":


Wiktionary: flujo

flujo
noun
  1. afzet van waren
  2. stroom
  3. aantal krachtlijnen dat loodrecht door een oppervlakte-eenheid gaat

Cross Translation:
FromToVia
flujo stroom flow — the movement of a fluid
flujo vloed flow — the rising movement of the tide
flujo afronding; ronding flow — smoothness or continuity
flujo stroom stream — small river
flujo vloed; vloeien Fluss — ein stetiger Ablauf; das Fließen

Verwante vertalingen van flujo