Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. evaluar:
  2. Wiktionary:
  3. Gebruikers suggesties voor evaluar:
    • evalueren


Spaans

Uitgebreide vertaling voor evaluar (Spaans) in het Nederlands

evaluar:

evaluar werkwoord

  1. evaluar (valorar)
    taxeren; aanslaan
    • taxeren werkwoord (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)
    • aanslaan werkwoord (sla aan, slaat aan, sloeg aan, sloegen aan, aangeslagen)
  2. evaluar (estimar; valorar; tasar)
    schatten; beramen; ramen; taxeren
    • schatten werkwoord (schat, schatte, schatten, geschat)
    • beramen werkwoord (beraam, beraamt, beraamde, beraamden, beraamd)
    • ramen werkwoord (raam, raamt, raamde, raamden, geraamd)
    • taxeren werkwoord (taxeer, taxeert, taxeerde, taxeerden, getaxeerd)

Conjugations for evaluar:

presente
  1. evalúo
  2. evalúas
  3. evalúa
  4. evaluamos
  5. evaluáis
  6. evalúan
imperfecto
  1. evaluaba
  2. evaluabas
  3. evaluaba
  4. evaluábamos
  5. evaluabais
  6. evaluaban
indefinido
  1. evalué
  2. evaluaste
  3. evaluó
  4. evaluamos
  5. evaluasteis
  6. evaluaron
fut. de ind.
  1. evaluaré
  2. evaluarás
  3. evaluará
  4. evaluaremos
  5. evaluaréis
  6. evaluarán
condic.
  1. evaluaría
  2. evaluarías
  3. evaluaría
  4. evaluaríamos
  5. evaluaríais
  6. evaluarían
pres. de subj.
  1. que evalúe
  2. que evalúes
  3. que evalúe
  4. que evaluemos
  5. que evaluéis
  6. que evalúen
imp. de subj.
  1. que evaluara
  2. que evaluaras
  3. que evaluara
  4. que evaluáramos
  5. que evaluarais
  6. que evaluaran
miscelánea
  1. ¡evalúa!
  2. ¡evaluad!
  3. ¡no evalúes!
  4. ¡no evalúeis!
  5. evaluado
  6. evaluando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor evaluar:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
schatten angelitos; bomboncitos; cariños; corazones
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanslaan evaluar; valorar
beramen estimar; evaluar; tasar; valorar inventar un plan; tramar; urdir
ramen estimar; evaluar; tasar; valorar estimar; presupuestar; presupuestar en
schatten estimar; evaluar; tasar; valorar calcular; comprobar; estimar; presupuestar; presupuestar en; tasar; valorar
taxeren estimar; evaluar; tasar; valorar

Synoniemen voor "evaluar":


Wiktionary: evaluar

evaluar
verb
  1. tot een oordeel komen over iets
  2. (overgankelijk) schatten, de waarde bepalen.

Cross Translation:
FromToVia
evaluar beoordelen; evalueren assess — to determine the value of
evaluar begroten evaluieren — etwas hinsichtlich seiner Funktionstüchtigkeit oder seines Wertes einschätzen
evaluar ramen; begroten veranschlagen — den Wert einer Größe im Voraus abschätzen
evaluar hechten aan; houden van; mogen; waarderen; begroten; schatten; taxeren; achten; achting hebben voor; achting toedragen; hoogachten apprécier — Estimer, évaluer (quelque chose), en fixer la valeur, le prix. (Sens général).
evaluar begroten; schatten; taxeren; waarderen taxer — (vieilli) régler, fixer le prix des denrées, des marchandises, de quelque autre chose que ce soit.
evaluar begroten; schatten; taxeren; waarderen évaluerestimer une chose quant à son prix, à sa valeur, à sa quantité, à sa durée.