Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: lujuria

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: lujuria

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

lujuria:
- geilheid; opgewondenheid; hitsigheid; zin; lust
Wiktionary:
- lujuria → geilheid, lust, wellust
- lujuria → wellust, lust

Spaans

Uitgebreide vertaling voor lujuria (Spaans) in het Nederlands

lujuria:

lujuria [la ~] zelfstandig naamwoord

la lujuria (calentura; lascivia; deseo; lubricidad; excitación)
de geilheid; de opgewondenheid; de hitsigheid; de zin; de lust
- geilheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opgewondenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- hitsigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zin [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lust [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor lujuria:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
geilheid	calentura; deseo; excitación; lascivia; lubricidad; lujuria
hitsigheid	calentura; deseo; excitación; lascivia; lubricidad; lujuria
lust	calentura; deseo; excitación; lascivia; lubricidad; lujuria	afán; agrado; aguijón; alegría; anhelo; animosidad; ansia; ansiedad; apetito; arder en deseos de; ardor; avance; camilo; deseo; diversión; espera; fervor; fuego; ganas; ganas de comer; gozo; gusto; hambre; instinto; instinto sexual; libido; pasión; placer; requerimiento; requisito; satisfacción; sensualidad; suspiro; tirantez
opgewondenheid	calentura; deseo; excitación; lascivia; lubricidad; lujuria	calentura; excitación
zin	calentura; deseo; excitación; lascivia; lubricidad; lujuria	apetito; dicho; entusiasmo; fascinación; frase; ganas de comer; ganas de comer algo; giro; hambre; importancia; interés; modismo; oración; precio; sentido; significado; valor

Synoniemen voor "lujuria":

cachondez; excitación; libídine; libido; calentura; apetito venéreo
concupiscencia; lascivia; voluptuosidad; sensualidad; impudicia
erotismo; deshonestidad; liviandad; obscenidad; incontinencia
libertinaje; desenfreno; inmoralidad; vicio; indecencia
lubricidad
ninfomanía; erotomanía; furor uterino
salacidad; libidinosidad; libidine

Wiktionary: lujuria

lujuria

noun

het geil zijn, de wellustigheid
- geilheid → lujuria; voluptuosidad
seksueel verlangen
- lust → deseo; lujuria; voluptuosidad
zingenot, seksueel genot
- wellust → lujuria; voluptuosidad

Cross Translation:

From	To	Via
• lujuria	→ wellust; lust	↔ lust — strong desire, especially of a sexual nature