Cebo: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

cebo:
- aas; lokaas; lokmiddel; streek; loer; verleider; lokker; visvoer; visaas
cebar:
- mesten; vetmesten
Wiktionary:
- cebo → lokaas, lokmiddel
- cebo → aas, lokaas
- cebar → vetmesten
- cebar → lokken, aantrekken, strikken

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cebo (Spaans) in het Nederlands

cebo:

cebo [el ~] zelfstandig naamwoord

el cebo (anzuelo; reclamo; señuelo; acecho)
de aas; het lokaas; het lokmiddel
- aas [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lokaas [het ~] zelfstandig naamwoord
- lokmiddel [het ~] zelfstandig naamwoord
el cebo (acecho; señuelo; anzuelo)
de streek; de loer
- streek [de ~] zelfstandig naamwoord
- loer [de ~] zelfstandig naamwoord
el cebo (persuadidor; tentador; seductor)
de verleider; de lokker
- verleider [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- lokker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
el cebo (cebo de pesca; alimento para los peces)
het visvoer; visaas
- visvoer [het ~] zelfstandig naamwoord
- visaas [znw.] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor cebo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aas	acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
loer	acecho; anzuelo; cebo; señuelo
lokaas	acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
lokker	cebo; persuadidor; seductor; tentador
lokmiddel	acecho; anzuelo; cebo; reclamo; señuelo
streek	acecho; anzuelo; cebo; señuelo	canallada; capas; comarca; distrito; jugada; jugarreta; locura; lugar; paraje; provincia; región; rincón; sitio; territorio; zona
verleider	cebo; persuadidor; seductor; tentador
visaas	alimento para los peces; cebo; cebo de pesca
visvoer	alimento para los peces; cebo; cebo de pesca

Verwante woorden van "cebo":

cebos

Synoniemen voor "cebo":

añagaza; señuelo; reclamo
golosina

Wiktionary: cebo

cebo

noun

stuk vlees of vis bedoeld om een dier mee te kunnen vangen.
- lokaas → carnada; cebo
een middel dat kan worden gebruikt om mens of dier te lokken
- lokmiddel → carnada; cebo

Cross Translation:

From	To	Via
• cebo	→ aas; lokaas	↔ bait — substance used in catching fish

cebar:

cebar werkwoord

cebar (fertilizar; engordar; estercolar)
mesten; vetmesten
- mesten werkwoord (mest, mestte, mestten, gemest)
- vetmesten werkwoord (mest vet, mestte vet, mestten vet, vetgemest)

Conjugations for cebar:

presente

cebo
cebas
ceba
cebamos
cebáis
ceban

imperfecto

cebaba
cebabas
cebaba
cebábamos
cebabais
cebaban

indefinido

cebé
cebaste
cebó
cebamos
cebasteis
cebaron

fut. de ind.

cebaré
cebarás
cebará
cebaremos
cebaréis
cebarán

condic.

cebaría
cebarías
cebaría
cebaríamos
cebaríais
cebarían

pres. de subj.

que cebe
que cebes
que cebe
que cebemos
que cebéis
que ceben

imp. de subj.

que cebara
que cebaras
que cebara
que cebáramos
que cebarais
que cebaran

miscelánea

¡ceba!
¡cebad!
¡no cebes!
¡no cebéis!
cebado
cebando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor cebar:

Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
mesten	cebar; engordar; estercolar; fertilizar	engorde
vetmesten	cebar; engordar; estercolar; fertilizar

Synoniemen voor "cebar":

atiborrar; hartar; atracar; inflar; empapuzar; apiparse; empapuciar; empapujar; hinchar; embuchar; embaular; jamar; jalar
lactar; nutrir; amamantar; criar; alimentar; proveer; concurrircomer; sustentar; mantener; sostener
sainar; engordar

Wiktionary: cebar

cebar

verb

een dier/persoon overvloedig en calorierijk voedsel aanbieden zodat deze in gewicht aankomt
- vetmesten → cebar; engordar