Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: ascendencia

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: ascendencia

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

ascendencia:
- voorouders; voorgeslacht; stamvaders; oervaders
Wiktionary:
- ascendencia → afstamming, voorouders, overwicht, overhand, herkomst, afkomst

Spaans

Uitgebreide vertaling voor ascendencia (Spaans) in het Nederlands

ascendencia:

ascendencia [la ~] zelfstandig naamwoord

la ascendencia (antepasados)
de voorouders; het voorgeslacht
- voorouders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- voorgeslacht [het ~] zelfstandig naamwoord
la ascendencia (antepasados; patriarcas; padres arquetípicos)
de stamvaders; de oervaders
- stamvaders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
- oervaders [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.

Vertaal Matrix voor ascendencia:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
oervaders	antepasados; ascendencia; padres arquetípicos; patriarcas
stamvaders	antepasados; ascendencia; padres arquetípicos; patriarcas
voorgeslacht	antepasados; ascendencia
voorouders	antepasados; ascendencia

Synoniemen voor "ascendencia":

abolengo; estirpe; linaje; casta; prosapia; alcurnia; origen; raza; cuna; nobleza; progenie; genealogía
extracción; procedencia

Wiktionary: ascendencia

Cross Translation:

From	To	Via
• ascendencia	→ afstamming; voorouders	↔ ancestry — condition as to ancestors
• ascendencia	→ overwicht; overhand	↔ ascendancy — supremacy; superiority; dominant control
• ascendencia	→ herkomst; afkomst	↔ descent — lineage or hereditary derivation