Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: fabricación

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: fabricación

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. fabricación:
  2. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor fabricación (Spaans) in het Nederlands

fabricación:

fabricación [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la fabricación (elaboración)
    vervaardigen; fabriceren; produceren; de vervaardiging; maken; aanmaken
  2. la fabricación (elaboración)
    creëren; maken; het scheppen
    • creëren [znw.] zelfstandig naamwoord
    • maken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • scheppen [het ~] zelfstandig naamwoord
  3. la fabricación (confección; elaboración; hechura)
    de schepping; de creatie; het maaksel
    • schepping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • creatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • maaksel [het ~] zelfstandig naamwoord
  4. la fabricación (obra artística; creación; obra de arte; producto artificial)
    het werk; het kunstwerk; het meesterwerk
  5. la fabricación (construcción; elaboración; manufactura; confección)
    de constructie; de fabricage
  6. la fabricación (producción)
    de productie; de fabricage
  7. la fabricación (elaboración; confección; producción)
    de vervaardiging; maken; de productie; de fabricage
  8. la fabricación (hechura; elaboración; confección; producción; manufactura)
    de maak
    • maak [de ~] zelfstandig naamwoord
    het merk
    – naam die een fabrikant aan een produkt geeft 1
    • merk [het ~] zelfstandig naamwoord
      • welk merk koffie gebruik jij?1
  9. la fabricación (producción; elaboración; confección)
    de aanmaak
    • aanmaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  10. la fabricación (elaboración; producción; confección)
    de fabricatie
  11. la fabricación (mercancía; producto; producción; manufactura; hechura)
    de makelij
    • makelij [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor fabricación:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaak confección; elaboración; fabricación; producción
aanmaken elaboración; fabricación condimento
constructie confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura composición; construcción; estructura
creatie confección; elaboración; fabricación; hechura
creëren elaboración; fabricación
fabricage confección; construcción; elaboración; fabricación; manufactura; producción
fabricatie confección; elaboración; fabricación; producción
fabriceren elaboración; fabricación
kunstwerk creación; fabricación; obra artística; obra de arte; producto artificial objeto artístico; objeto de arte; obra artística; obra de arte; obra de fábrica
maak confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción
maaksel confección; elaboración; fabricación; hechura creación; fruta; fruto; hechura; producto; producto manufacturado
makelij fabricación; hechura; manufactura; mercancía; producción; producto
maken confección; elaboración; fabricación; producción
meesterwerk creación; fabricación; obra artística; obra de arte; producto artificial
merk confección; elaboración; fabricación; hechura; manufactura; producción característica; distintivo; emblema; marca; marca comercial; marca registrada; rasgo característico; símbolo
produceren elaboración; fabricación
productie confección; elaboración; fabricación; producción producción
scheppen elaboración; fabricación palas
schepping confección; elaboración; fabricación; hechura
vervaardigen elaboración; fabricación
vervaardiging confección; elaboración; fabricación; producción
werk creación; fabricación; obra artística; obra de arte; producto artificial actividad; cargo; círculo laboral; empleo; lugar de trabajo; obra; obras completas; profesión; trabajo; trabajo agrario por hora; trabajo asalariado
WerkwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
aanmaken acentuar; afilar; conectar; ecender las luces; encender; engordar; entornar; poner en marcha; prender la luz
fabriceren elaborar; fabricar; hacer; producir
maken amasar; armar; arreglar; compilar; componer; concebir; constituir; convertirse en; corregir; crear; dar forma; dar masajes; desarrollar; diseñar; elaborar; fabricar; fijar; formar; ganar; hacer; macerar; masajear; modelar; modificar; montar; producir; reajustar; remendar; reparar; restaurar; trazar
produceren elaborar; fabricar; hacer; producir
scheppen armar; comer con cuchara; compilar; componer; concebir; convertirse en; crear; desarrollar; desarrollarse; desplegar; diseñar; fabricar; formar; ganar; hacer; montar; producir; remendar; reparar; trazar
vervaardigen amasar; constituir; dar forma; dar masajes; elaborar; fabricar; formar; hacer; macerar; masajear; modelar; producir

Synoniemen voor "fabricación":


Wiktionary: fabricación

fabricación
noun
  1. techniek|nld (machinale) productie (in een fabriek)
  2. het vervaardigen van producten; aanmaak, vervaardiging, bewerking door een fabriek
  3. voortbrenging

Verwante vertalingen van fabricación







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0517 seconde
Page rendered in 1.0 seconds