Sistema: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

sistema:
- systeem; stelsel; samenstelling; opbouw; structuur; ordening; organisatie; bestel; samenstel; combinatie
Wiktionary:
- sistema → stelsel, systeem
- sistema → systeem, stelsel, bestel

Spaans

Uitgebreide vertaling voor sistema (Spaans) in het Nederlands

el sistema
het systeem; het stelsel
- systeem [het ~] zelfstandig naamwoord
- stelsel [het ~] zelfstandig naamwoord
el sistema
het systeem
- systeem [het ~] zelfstandig naamwoord
el sistema (construcción; organización; estructura; ordenación; configuración; orden; compilación; regulación; escalafón)
de samenstelling; de opbouw; de structuur; de ordening; de organisatie; het systeem
- samenstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- opbouw [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- structuur [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ordening [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- organisatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- systeem [het ~] zelfstandig naamwoord
el sistema (orden; estructura)
de bestel; het samenstel
- bestel [de ~] zelfstandig naamwoord
- samenstel [het ~] zelfstandig naamwoord
el sistema (combinación; conjunto; combinaciones; construcción; estructura)
de combinatie; de samenstelling
- combinatie [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- samenstelling [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bestel	estructura; orden; sistema
combinatie	combinaciones; combinación; conjunto; construcción; estructura; sistema	agregado; combinación
opbouw	compilación; configuración; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema	composición; construcción; estructura
ordening	compilación; configuración; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema	clasificación; distribución; división
organisatie	compilación; configuración; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema	agrupación; asociación; asociación de artesanos; club; cofradía; compañía; cordón circunvalatorio; círculo; grupo; organismo; organización; sociedad; unión
samenstel	estructura; orden; sistema
samenstelling	combinaciones; combinación; compilación; configuración; conjunto; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema	clasificación; compilación; composición; conjunto; construcción; ensamblaje; estructura; fijación; instalación
stelsel	sistema
structuur	compilación; configuración; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema	composición; construcción; estructura; árbol
systeem	compilación; configuración; construcción; escalafón; estructura; orden; ordenación; organización; regulación; sistema

sistema

noun

een geordend geheel, samenstel van delen
- stelsel → sistema
een systeem
- stelsel → sistema
een uit meerdere interagerende onderdelen bestaand stelsel dat als geheel toegevoegde eigenschappen heeft
- systeem → sistema

Cross Translation:

From	To	Via
• sistema	→ systeem	↔ System — Datenverarbeitung, Sprachwissenschaft: Menge von Elementen, zwischen denen Beziehungen bestehen oder die nach bestimmten Regeln verwendet werden müssen
• sistema	→ systeem	↔ System — Prinzip, Ordnung
• sistema	→ systeem	↔ System — Biologie: Zusammenfassung in (Tier-, Pflanzen-) Gruppen
• sistema	→ systeem; stelsel	↔ system — collection of organized things
• sistema	→ systeem; bestel; stelsel	↔ système — ensemble d’éléments, de concepts reliés, organisés en une structure.