Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- elegido:
- elegir:
-
Wiktionary:
- elegido → uitverkoren
- elegir → kiezen, uitkiezen, verkiezen
- elegir → verkiezen, kiezen, zeggen, uitkiezen, aannemen, accepteren, ontvangen, als zoon aannemen, uitlezen, uitpikken, uitzoeken, adopteren, zich eigen maken, balloteren, stemmen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor elegido (Spaans) in het Nederlands
elegido:
-
elegido (seleccionado; electo; escogido)
-
elegido (selecto; seleccionado; escogido; electo; surtido)
geselecteerd; waaraan voorkeur is gegeven; verkozen; uitgezocht-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
waaraan voorkeur is gegeven bijvoeglijk naamwoord
-
verkozen bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezocht bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegido (seleccionado; escogido; ordenado; clasificado)
geselecteerd; uitgekozen; uitgezocht-
geselecteerd bijvoeglijk naamwoord
-
uitgekozen bijvoeglijk naamwoord
-
uitgezocht bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegido (escogido; querido; electo; seleccionado; preferido; favorito; predilecto; preciado)
uitverkoren-
uitverkoren bijvoeglijk naamwoord
-
-
elegido (selecto; exclusivo; exclusive)
Vertaal Matrix voor elegido:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
benoemde | elegido | |
Bijvoeglijk Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
select | elegido; exclusive; exclusivo; selecto | |
uitgezocht | clasificado; electo; elegido; escogido; ordenado; seleccionado; selecto; surtido | brillante; excelente; genial; magnífico |
uitverkoren | electo; elegido; escogido; favorito; preciado; predilecto; preferido; querido; seleccionado | |
Bijwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
gekozen | electo; elegido; escogido; seleccionado | |
geselecteerd | clasificado; electo; elegido; escogido; ordenado; seleccionado; selecto; surtido | amable; amado; cariñoso; escogido; exclusive; exclusivo; favorito; preciado; preferente; preferido; privilegiado; querida; querido |
uitgekozen | clasificado; elegido; escogido; ordenado; seleccionado | |
verkozen | electo; elegido; escogido; seleccionado; selecto; surtido | |
waaraan voorkeur is gegeven | electo; elegido; escogido; seleccionado; selecto; surtido |
Synoniemen voor "elegido":
elegido vorm van elegir:
-
elegir (votar; escoger; decidirse; optar; acordar; emitir su voto; adaptar a)
-
elegir
verkiezen; uitverkiezen; selectie toepassen-
selectie toepassen werkwoord (pas selectie toe, past selectie toe, paste selectie toe, pasten selectie toe, selectie toegepast)
-
elegir
-
elegir (excluir por sorteo; seleccionar; escoger; sortear; rifar)
Conjugations for elegir:
presente
- elijo
- eliges
- elige
- elegimos
- elegís
- eligen
imperfecto
- elegía
- elegías
- elegía
- elegíamos
- elegíais
- elegían
indefinido
- elegí
- elegiste
- eligió
- elegimos
- elegisteis
- eligieron
fut. de ind.
- elegiré
- elegirás
- elegirá
- elegiremos
- elegiréis
- elegirán
condic.
- elegiría
- elegirías
- elegiría
- elegiríamos
- elegiríais
- elegirían
pres. de subj.
- que elija
- que elijas
- que elija
- que elijamos
- que elijáis
- que elijan
imp. de subj.
- que eligiera
- que eligieras
- que eligiera
- que eligiéramos
- que eligierais
- que eligieran
miscelánea
- ¡elige!
- ¡elegid!
- ¡no elijas!
- ¡no elijáis!
- elegido
- elegiendo
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor elegir:
Zelfstandig Naamwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kiezen | sufragio; voto | |
stemmen | sufragio; voto | |
Werkwoord | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kiezen | acordar; adaptar a; decidirse; elegir; emitir su voto; escoger; optar; votar | marcar; seleccionar |
selectie toepassen | elegir | seleccionar |
stemmen | acordar; adaptar a; decidirse; elegir; emitir su voto; escoger; optar; votar | |
uitloten | elegir; escoger; excluir por sorteo; rifar; seleccionar; sortear | |
uitverkiezen | elegir | |
verkiezen | elegir | preferir |
zijn stem uitbrengen | acordar; adaptar a; decidirse; elegir; emitir su voto; escoger; optar; votar | |
Over | Verwante vertalingen | Andere vertalingen |
kiezen | marcar |
Synoniemen voor "elegir":
Wiktionary: elegir
elegir
Cross Translation:
verb
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• elegir | → verkiezen; kiezen | ↔ choose — to elect |
• elegir | → kiezen | ↔ choose — to decide to act in a certain way |
• elegir | → kiezen; zeggen | ↔ name — to mention, specify |
• elegir | → uitkiezen | ↔ auswählen — (transitiv) sich für eine von mehreren Möglichkeiten entscheiden |
• elegir | → aannemen; accepteren; ontvangen; als zoon aannemen; kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken; adopteren; zich eigen maken | ↔ adopter — choisir quelqu’un pour fils ou pour fille et lui en donner les droits civils en remplir certaines conditions prescrire par la loi. |
• elegir | → kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ choisir — Action de faire un choix ; prendre une personne ou une chose de préférence à une autre ou à plusieurs autres. |
• elegir | → kiezen; uitkiezen; uitlezen; uitpikken; verkiezen; uitzoeken | ↔ opter — Choisir entre deux ou plusieurs choses qu’on ne peut avoir ensemble, entre deux ou plusieurs partis pour l’un desquels il faut se déterminer. |
• elegir | → balloteren; kiezen; stemmen | ↔ élire — Choisir entre plusieurs personnes ou plusieurs choses. (Sens général). |