Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. coito:
  2. coíto:
  3. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor coito (Spaans) in het Nederlands

coito:

coito [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el coito (apareamiento)
    de paring; de gemeenschap
    • paring [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • gemeenschap [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor coito:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
gemeenschap apareamiento; coito comunidad; sociedad
paring apareamiento; coito

Verwante woorden van "coito":

  • coitos

Synoniemen voor "coito":


Wiktionary: coito

coito
noun
  1. geslachtsgemeenschap

Cross Translation:
FromToVia
coito coïtus coitus — sexual interaction
coito geslachtsgemeenschap; sexuele betrekkingen; seksueel verkeer sexual intercourse — sexual interaction
coito geslachtsgemeenschap; sexuele betrekkingen Geschlechtsverkehr — geschlechtliche Vereinigung, bei welcher der erigierte Penis in die Vagina oder in den Anus des Sexualpartners eingeführt wird
coito geslachtsgemeenschap rapport sexuel — Chez l’humain, désigne l’accouplement et toute pratique intime connexe.

coíto:

coíto [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el coíto (acto sexual)
    de coïtus; de geslachtsdaad

Vertaal Matrix voor coíto:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
coïtus acto sexual; coíto
geslachtsdaad acto sexual; coíto

Computer vertaling door derden: