Home ->Woordenboeken ->Spaans/Nederlands ->Zoek: cerda

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: cerda

Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. cerda:
  2. cerdo:
  3. Wiktionary:

Spaans

Uitgebreide vertaling voor cerda (Spaans) in het Nederlands

cerda:

cerda [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la cerda (cochinas; cerdas; cochina)
    de zeug; de zeugen
    • zeug [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
    • zeugen [de ~] zelfstandig naamwoord, mv.
  2. la cerda
    het varkenshaar

Vertaal Matrix voor cerda:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
varkenshaar cerda
zeug cerda; cerdas; cochina; cochinas
zeugen cerda; cerdas; cochina; cochinas

Verwante woorden van "cerda":


Wiktionary: cerda

cerda
noun
  1. vrouwelijk varken
Cross Translation:
FromToVia
• cerda → stoppelhaar ↔ bristle — a stiff or coarse hair
• cerda → borstelhaar ↔ bristle — the hair or straws that make up a brush, broom, or similar item
• cerda → zeug ↔ sow — female pig
• cerda → zeug; keu; trui ↔ coche — vx|fr truie, femelle du cochon.
• cerda → zeug; keu; trui ↔ truie — femelle du porc.

cerda vorm van cerdo:

cerdo [el ~] zelfstandig naamwoord

  1. el cerdo (animal de bellota; cochino; malhablado)
    het varken; de vuilbek; het zwijn
    • varken [het ~] zelfstandig naamwoord
    • vuilbek [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwijn [het ~] zelfstandig naamwoord
  2. el cerdo (fiera; cerdo macho; oso)
    het roofdier; de beer
    • roofdier [het ~] zelfstandig naamwoord
    • beer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  3. el cerdo (puerco)
    mannetjesvarken; de beer
  4. el cerdo (guarro; puerco; asqueroso; cochino; marrano)
    de smeerlap; het zwijn; de viezerik
    • smeerlap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • zwijn [het ~] zelfstandig naamwoord
    • viezerik [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  5. el cerdo (apestoso; gracioso; cabrón; )
    de guit; de deugniet; de stinkerd; de snaak; de rakker
    • guit [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • deugniet [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • stinkerd [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • snaak [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
    • rakker [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  6. el cerdo (lechón; puerco; cochinillo; )
    jong varken; de big
    • jong varken [znw.] zelfstandig naamwoord
    • big [de ~] zelfstandig naamwoord
  7. el cerdo (guarro; marrano; cochino)
    de smeerpoets; de smeerpijp

Vertaal Matrix voor cerdo:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
beer cerdo; cerdo macho; fiera; oso; puerco abono; apyo; caca; excrementos; heces fecales; mierda; oso; oso de peluche; tiarón
big ceboncillo; cerdito; cerdo; cochinillo; cochino; guarro; lechón; puerco
deugniet apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro diablillo; granuja; pillo; tunante
guit apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro bribón; bromista; bufón; burlón; chocarrero; guasón; payaso; pícaro; socarrón
jong varken ceboncillo; cerdito; cerdo; cochinillo; cochino; guarro; lechón; puerco
mannetjesvarken cerdo; puerco
rakker apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro chico; golfillo
roofdier cerdo; cerdo macho; fiera; oso
smeerlap asqueroso; cerdo; cochino; guarro; marrano; puerco bellaco; bribón; cabrón; canalla; desgraciado; granuja; hijo de puta; mal bicho; mala bestia; miserable; tunante
smeerpijp cerdo; cochino; guarro; marrano
smeerpoets cerdo; cochino; guarro; marrano
snaak apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro bribón; bromista; bufón; burlón; guasón; malapieza; payaso; pillo; pícaro
stinkerd apestoso; asqueroso; bribón; bromista; bufón; cabrón; canalla; cerdo; chocarrero; cochino; diablillo; gracioso; guasón; mal bicho; mala bestia; mofeta; payaso; puerco; pícaro bribón; cabrón; mal bicho; mala bestia; tunante
varken animal de bellota; cerdo; cochino; malhablado
viezerik asqueroso; cerdo; cochino; guarro; marrano; puerco
vuilbek animal de bellota; cerdo; cochino; malhablado
zwijn animal de bellota; asqueroso; cerdo; cochino; guarro; malhablado; marrano; puerco jabalí

Verwante woorden van "cerdo":


Synoniemen voor "cerdo":


Wiktionary: cerdo

cerdo
noun
  1. een varken
Cross Translation:
FromToVia
• cerdo → zwijn; varken ↔ pig — mammal of genus Sus
• cerdo → varkensvlees ↔ pork — meat of a pig
• cerdo → smeerlap ↔ swine — contemptible person
• cerdo → varken; zwijn ↔ cochon — Mammifère domestique
• cerdo → varken; zwijn; varkensvlees; zwijnevlees ↔ porc — Animal







Uw gratis, snelle en simpele vertaal woordenboek

Copyright © 2000-2024 Interglot ®

Pagina gepresenteerd in 0.0961 seconde
Page rendered in 1.0 seconds