Preocupación: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

preocupación:
- bezorgdheid; zorg; verontrusting; bekommernis; ongerustheid; kommer; schrikbewind; terreur; ontsteltenis
Wiktionary:
- preocupación → vooringenomenheid
- preocupación → vooroordeel, opwinding, ongerustheid

Spaans

Uitgebreide vertaling voor preocupación (Spaans) in het Nederlands

la preocupación (desazón; congoja; inquietud)
de bezorgdheid; de zorg; de verontrusting; de bekommernis; de ongerustheid; de kommer
- bezorgdheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- zorg [de ~] zelfstandig naamwoord
- verontrusting [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- bekommernis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- ongerustheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- kommer [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
la preocupación (desconcierto; régimen terrorista; terror; pánico; consternación; régimen de terror)
het schrikbewind; de terreur
- schrikbewind [het ~] zelfstandig naamwoord
- terreur [de ~] zelfstandig naamwoord
la preocupación (consternación; inquietud; desconcierto; pánico)
de ontsteltenis
- ontsteltenis [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
bekommernis	congoja; desazón; inquietud; preocupación
bezorgdheid	congoja; desazón; inquietud; preocupación
kommer	congoja; desazón; inquietud; preocupación	adversidad; aflicción; desastre; desgracia; miseria; problemas; rollo; trapisonda
ongerustheid	congoja; desazón; inquietud; preocupación
ontsteltenis	consternación; desconcierto; inquietud; preocupación; pánico
schrikbewind	consternación; desconcierto; preocupación; pánico; régimen de terror; régimen terrorista; terror
terreur	consternación; desconcierto; preocupación; pánico; régimen de terror; régimen terrorista; terror
verontrusting	congoja; desazón; inquietud; preocupación
zorg	congoja; desazón; inquietud; preocupación	administración; asistencia; asistencia médica; control; cuidado; custodia; gerencia; gestión; supervisión; vigilancia

prejuicio; recelo; suspicacia; prevención; obcecación; ofuscación; arbitrariedad; tabú; monomanía; convencionalismo; terquedad; aprensión; escrúpulo
quebradero de cabeza; problema; dificultad; inquietud; desasosiego; agobio

preocupación

noun

een oordeel klaar hebben al voordat men de feiten onder ogen neemt
- vooringenomenheid → aprehensión; aprensión; prejuicio; preocupación; prevención

Cross Translation:

From	To	Via
• preocupación	→ vooroordeel	↔ Präjudiz — vorgefasste Meinung
• preocupación	→ opwinding; ongerustheid	↔ trepidation — a fearful state