Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- conocimiento:
-
Wiktionary:
- conocimiento → bewustzijn, deskundigheid, kennis
- conocimiento → bekendheid, weten, kennis, wetenschap, medeweten, geleerdheid, geleerde, ervaring, kenvermogen, kunde, verstand, kennen, besef, bewustzijn, bezinning, bekende, relatie
Spaans
Uitgebreide vertaling voor conocimiento (Spaans) in het Nederlands
conocimiento:
-
el conocimiento
-
el conocimiento
-
el conocimiento (ciencia)
-
el conocimiento (sabiendas)
-
el conocimiento (reputación; fama; popularidad; notoriedad)
-
el conocimiento (naturaleza; carácter; propensión; inteligencia)
Vertaal Matrix voor conocimiento:
Verwante woorden van "conocimiento":
Synoniemen voor "conocimiento":
Wiktionary: conocimiento
conocimiento
Cross Translation:
noun
-
een toestand waarin men gewaarwordingen uit zijn omgeving ondergaat
-
het beschikken over kennis van zaken, ervaring en vaardigheid nodig om een taak of functie te vervullen
-
wat je weet of hebt geleerd
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• conocimiento | → bekendheid | ↔ acquaintance — state of being acquainted |
• conocimiento | → weten; kennis; wetenschap | ↔ knowledge — fact of knowing about something; understanding, familiarity with information |
• conocimiento | → medeweten; weten | ↔ knowledge — awareness, state of having been informed |
• conocimiento | → wetenschap; weten; kennis | ↔ knowledge — total of what is known, product of learning |
• conocimiento | → kennis; geleerdheid; geleerde | ↔ learning — accumulated knowledge |
• conocimiento | → kennis; ervaring; wetenschap | ↔ science — knowledge gained through study or practice |
• conocimiento | → kennis; weten | ↔ Wissen — Kenntnis und Verständnis von Fakten, Wahrheiten und Informationen |
• conocimiento | → kenvermogen; kennis; kunde; medeweten; verstand; weten; wetenschap; kennen; besef; bewustzijn; bezinning; bekendheid; bekende; relatie | ↔ connaissance — Idée, notion qu’on a de quelque chose, de quelqu’un; le fait de le connaître |