Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- modificar:
-
Wiktionary:
- modificar → veranderen, wijzigen
- modificar → aanpassen, veranderen, modificeren, wijzigen
Spaans
Uitgebreide vertaling voor modificar (Spaans) in het Nederlands
modificar:
-
modificar (alterar; cambiar; transformar; desarrollar; reformar; convertirse en; convertir; desplegar; cambiar por; variar; reparar; desarrollarse; elaborar; fabricar; evolucionar; revelar; extraer; alternar; remendar; instruir)
-
modificar (alterar; enmendar; cambiar; convertir; reformar)
-
modificar (reparar; arreglar; fijar; corregir; remendar; restaurar; reajustar)
-
modificar
-
modificar
-
modificar (hacer de nuevo; repetir; actualizar; rehacer; renovar; reformar; refrescar; innovar; modernizar)
-
modificar (remodelar; renovar; reconstruir; reformar; transformar)
Conjugations for modificar:
presente
- modifico
- modificas
- modifica
- modificamos
- modificáis
- modifican
imperfecto
- modificaba
- modificabas
- modificaba
- modificábamos
- modificabais
- modificaban
indefinido
- modifiqué
- modificaste
- modificó
- modificamos
- modificasteis
- modificaron
fut. de ind.
- modificaré
- modificarás
- modificará
- modificaremos
- modificaréis
- modificarán
condic.
- modificaría
- modificarías
- modificaría
- modificaríamos
- modificaríais
- modificarían
pres. de subj.
- que modifique
- que modifiques
- que modifique
- que modifiquemos
- que modifiquéis
- que modifiquen
imp. de subj.
- que modificara
- que modificaras
- que modificara
- que modificáramos
- que modificarais
- que modificaran
miscelánea
- ¡modifica!
- ¡modificad!
- ¡no modifiques!
- ¡no modifiquéis!
- modificado
- modificando
1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes
Vertaal Matrix voor modificar:
Synoniemen voor "modificar":
Wiktionary: modificar
modificar
Cross Translation:
verb
-
zodanig aan iets werken of iets behandelen dat het anders wordt
-
zodanig aan zichzelf werken of zichzelf behandelen dat men anders wordt
-
zodanig aan iets werken dat het anders wordt
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• modificar | → aanpassen; veranderen | ↔ change — to make something into something different |
• modificar | → modificeren; veranderen | ↔ modify — to make partial changes to |
• modificar | → modificeren; wijzigen | ↔ modifier — changer une chose dans quelqu’une de ses parties. |