Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
guasón:
- galgentronie; boef; galgenbrok; snaak; guit; deugniet; stinkerd; rakker; uilenspiegel; grappenmaker; komiek; pias; paljas; mallerd; olijkerd; schalk
-
Wiktionary:
- guasón → grapjas, grappenmaker, paljas, lolbroek
Spaans
Uitgebreide vertaling voor guasón (Spaans) in het Nederlands
guasón:
-
el guasón (pícaro; payaso; bufón; bromista; pillo; bribón; malapieza)
-
el guasón (apestoso; gracioso; cabrón; pícaro; cochino; diablillo; chocarrero; payaso; asqueroso; mofeta; puerco; bromista; bufón; bribón; mala bestia; cerdo; canalla; mal bicho)
-
el guasón (burlón; payaso)
de uilenspiegel; de grappenmaker; de guit; de komiek; de pias; de paljas; de snaak; mallerd; de olijkerd -
el guasón (payaso; bromista; pícaro; burlón; bufón; bribón; socarrón; chocarrero)
-
el guasón (bribón; payaso; pícaro; bromista; bufón; diablillo; chocarrero)
Vertaal Matrix voor guasón:
Synoniemen voor "guasón":
Computer vertaling door derden: