Maduro: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

maduro:
- voldragen; rijp; belegen
madurar:
- rijpen; rijp worden; volwassen worden; volgroeien
Wiktionary:
- maduro → belegen, rijp
- maduro → rijp, groot, volgroeid, volwassen, belegen, bezonken
- madurar → rijpen
- madurar → volwassen worden, rijpen, rijp worden

Spaans

Uitgebreide vertaling voor maduro (Spaans) in het Nederlands

maduro:

maduro bijvoeglijk naamwoord

maduro (madurado)
voldragen; rijp
- voldragen bijvoeglijk naamwoord
- rijp bijvoeglijk naamwoord
maduro (curado; añejo)
belegen
- belegen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor maduro:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rijp		escarcha; pruina
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
voldragen		llevar hasta el fin
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
belegen	añejo; curado; maduro
rijp	madurado; maduro
voldragen	madurado; maduro

Verwante woorden van "maduro":

madura, maduras, maduros

Synoniemen voor "maduro":

asentado; juicioso; reflexivo; serio; formal; prudente; sensato; razonable; sesudo; atinado
granado; espigado; florido; desarrollado
lene; ligero; leve; suave; dulce; agradable; apacible; sosegado; tranquilo; blando; tierno; dúctil; elástico; esponjoso; blanduzco; blandengue; flácido; flexible; muelle; fuelle; inconsistente; maleable; mórbido; mullido; flojo
madurado; adulto; formado; sazonado; provecto
mayor; viejo; veterano; anciano; decano; longevo

Wiktionary: maduro

maduro

adjective

lang of een voldoende tijd gelegen hebbend
- belegen → curado; añejo; maduro
tot volwassenheid gekomen zijnde
- rijp → maduro

Cross Translation:

From	To	Via
• maduro	→ rijp	↔ reif — so, dass man es essen oder verwerten kann
• maduro	→ rijp	↔ zeitig — österr.\|, von landwirtschaftlichen Anbauprodukten: reif
• maduro	→ rijp	↔ ripe — ready for reaping or gathering, of fruits and seeds
• maduro	→ groot; volgroeid; volwassen; belegen; bezonken; rijp	↔ mûr — Qui a atteint son plein développement. (Sens général).

madurar:

madurar werkwoord

madurar (sazonar)
rijpen; rijp worden
- rijpen werkwoord (rijp, rijpt, rijpte, rijpten, gerijpt)
- rijp worden werkwoord
madurar (crecer; hacerse mayor)
volwassen worden; volgroeien
- volwassen worden werkwoord (word volwassen, wordt volwassen, werd volwassen, werden volwassen, volwassen geworden)
- volgroeien werkwoord

Conjugations for madurar:

presente

maduro
maduras
madura
maduramos
maduráis
maduran

imperfecto

maduraba
madurabas
maduraba
madurábamos
madurabais
maduraban

indefinido

maduré
maduraste
maduró
maduramos
madurasteis
maduraron

fut. de ind.

maduraré
madurarás
madurará
maduraremos
maduraréis
madurarán

condic.

maduraría
madurarías
maduraría
maduraríamos
maduraríais
madurarían

pres. de subj.

que madure
que madures
que madure
que maduremos
que maduréis
que maduren

imp. de subj.

que madurara
que maduraras
que madurara
que maduráramos
que madurarais
que maduraran

miscelánea

¡madura!
¡madurad!
¡no madures!
¡no maduréis!
madurado
madurando

1. yo, 2. tú, 3. él/ella/usted, 4. nosotros/nosotras, 5. vosotros/vosotras, 6. ellos/ellas/ustedes

Vertaal Matrix voor madurar:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rijpen		maduramiento; proceso de maduración
volwassen worden		ponerse adulto
Werkwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
rijp worden	madurar; sazonar
rijpen	madurar; sazonar
volgroeien	crecer; hacerse mayor; madurar
volwassen worden	crecer; hacerse mayor; madurar

Synoniemen voor "madurar":

granar; crecer; florecer; desarrollarse; fructificar
meditar; decidir; cavilar; reflexionar; pensar; considerar
sazonar

Wiktionary: madurar

madurar

verb

rijp worden
- rijpen → madurar