Todos: vertaling Spaans

Remove Ads

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

todos:
- iedereen; ieder; elk; elkeen; allen; alle; allemaal
todo:
- alles; allemaal; gehele; elke; iedere; elk; alle; compleet; volledig; algeheel; volkomen; kompleet; volslagen
- geheel; volledigheid; totaliteit; alles; gezamenlijkheid; volkomenheid; voltalligheid; totaal; eenheid
Wiktionary:
- todos → alle, allemaal, allen, iedereen
- todos → al, alle, allen, iedereen, iegelijk, allemaal, elkeen
- todo → allemaal
- todo → alles, totaal, helemaal, heel, hele, zich helemaal, compleet, gans, geheel, vol, volkomen, volslagen, volledig
Gebruikers suggesties voor todos:
- iederen

Spaans

Uitgebreide vertaling voor todos (Spaans) in het Nederlands

todos:

todos bijvoeglijk naamwoord

todos (cualquiera)
iedereen; ieder; elk; elkeen; allen
- iedereen bijvoeglijk naamwoord
- ieder bijvoeglijk naamwoord
- elk bijvoeglijk naamwoord
- elkeen bijvoeglijk naamwoord
- allen bijvoeglijk naamwoord
todos (todo)
alle
- alle bijvoeglijk naamwoord
todos
allemaal; allen
- allemaal bijwoord
- allen bijvoeglijk naamwoord

Vertaal Matrix voor todos:

Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allemaal	todos	todo
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alle	todo; todos
allen	cualquiera; todos
elk	cualquiera; todos	cada; todo; todos los
elkeen	cualquiera; todos
ieder	cualquiera; todos
iedereen	cualquiera; todos

Verwante woorden van "todos":

todo

Wiktionary: todos

todos

pronoun

elke, geen, uitgezonderd
- alle → todos
als bepaling van gesteldheid: in zijn geheel, zonder uitzondering
- allemaal → todo; todos
alle
- allen → todos
elke persoon
- iedereen → todos

Cross Translation:

From	To	Via
• todos	→ al; alle	↔ all — every individual of the given class
• todos	→ allen; iedereen	↔ everybody — all people
• todos	→ iedereen; iegelijk; allemaal; allen; elkeen	↔ everyone — every person

todos vorm van todo:

todo bijvoeglijk naamwoord

todo
alles; allemaal
- alles bijvoeglijk naamwoord
- allemaal bijwoord
todo
gehele
- gehele bijvoeglijk naamwoord
todo (cada; todos los)
elke; iedere; elk
- elke bijvoeglijk naamwoord
- iedere bijvoeglijk naamwoord
- elk bijvoeglijk naamwoord
todo (todos)
alle
- alle bijvoeglijk naamwoord
todo (completo; enteramente; completamente; por completo; total; totalmente; entero)
compleet; volledig; algeheel; volkomen; kompleet; volslagen
- compleet bijvoeglijk naamwoord
- volledig bijvoeglijk naamwoord
- algeheel bijvoeglijk naamwoord
- volkomen bijvoeglijk naamwoord
- kompleet bijvoeglijk naamwoord
- volslagen bijvoeglijk naamwoord

todo [el ~] zelfstandig naamwoord

el todo (estado completo; unidad; totalidad; total)
het geheel; de volledigheid; de totaliteit; alles; de gezamenlijkheid; de volkomenheid; voltalligheid; het totaal; de eenheid
- geheel [het ~] zelfstandig naamwoord
- volledigheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- totaliteit [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- alles [znw.] zelfstandig naamwoord
- gezamenlijkheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- volkomenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- voltalligheid [znw.] zelfstandig naamwoord
- totaal [het ~] zelfstandig naamwoord
- eenheid [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor todo:

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alles	estado completo; todo; total; totalidad; unidad
eenheid	estado completo; todo; total; totalidad; unidad	homogeneidad; unidad; unidad del ejército; unidad militar; uniformidad
geheel	estado completo; todo; total; totalidad; unidad
gezamenlijkheid	estado completo; todo; total; totalidad; unidad
totaal	estado completo; todo; total; totalidad; unidad
totaliteit	estado completo; todo; total; totalidad; unidad	carácter absoluto
volkomenheid	estado completo; todo; total; totalidad; unidad	inmejorabilidad; perfeccionamiento; perfección
volledigheid	estado completo; todo; total; totalidad; unidad	agotamiento; cansancio; eshaustividad; extenuación; fatiga; integridad
voltalligheid	estado completo; todo; total; totalidad; unidad
Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
algeheel	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente
compleet	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente	a tiempo completo; completamente; completo; del todo; por completo; total; totalmente
geheel		sin excepción
totaal		a fondo; a tiempo completo; completamente; completo; del todo; detenidamente; hondo; no superficial; por completo; profundo; total; totalmente
volkomen	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente	a fondo; detenidamente; drástico; hondo; no superficial; profundo; radical; radicalmente; total; totalmente
volledig	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente	a jornada completa; a tiempo completo; completamente; completo; del todo; integral; por completo; total; totalmente; íntegral
volslagen	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
allemaal	todo	todos
Bijwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
alle	todo; todos
alles	todo
elk	cada; todo; todos los	cualquiera; todos
elke	cada; todo; todos los
gehele	todo
iedere	cada; todo; todos los
kompleet	completamente; completo; enteramente; entero; por completo; todo; total; totalmente	completo; lleno; plenario

Verwante woorden van "todo":

todos

Wiktionary: todo

todo

pronoun

als bepaling van gesteldheid: in zijn geheel, zonder uitzondering
- allemaal → todo; todos

Cross Translation:

From	To	Via
• todo	→ alles; totaal; helemaal	↔ all — intensifier
• todo	→ heel; hele	↔ all — throughout the whole of (a stated period of time)
• todo	→ zich helemaal; alles	↔ all — everything possible
• todo	→ alles	↔ everything — all the things
• todo	→ compleet; gans; heel; geheel; vol; volkomen; volslagen; totaal; volledig	↔ entier — Qui a toutes ses parties, ou que l’on considérer dans toute son étendue.

Verwante vertalingen van todos

Remove Ads

Spaanse en Nederlandse zoekresultaten voor: todos

Uitgebreide vertaling voor todos (Spaans) in het Nederlands

todos:

todos bijvoeglijk naamwoord

todos (cualquiera)

todos (todo)

todos

Vertaal Matrix voor todos:

Verwante woorden van "todos":

Wiktionary: todos

todos vorm van todo:

todo bijvoeglijk naamwoord

todo

todo

todo (cada; todos los)

todo (todos)

todo (completo; enteramente; completamente; por completo; total; totalmente; entero)

todo [el ~] zelfstandig naamwoord

el todo (estado completo; unidad; totalidad; total)

Vertaal Matrix voor todo:

Verwante woorden van "todo":

Wiktionary: todo

Verwante vertalingen van todos