Susceptible: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

susceptible:
- humeurig; gevoelig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig; vatbaar; teergevoelig; ontvankelijk; openstaand; sensitief; prikkelbaar; kregel; overgevoelig; hypergevoelig
Wiktionary:
- susceptible → gevoelig, susceptibel
- susceptible → lichtgeraakt, vatbaar

Spaans

Uitgebreide vertaling voor susceptible (Spaans) in het Nederlands

susceptible (irritable)
humeurig; gevoelig; lichtgeraakt; aangebrand; korzelig
- humeurig bijvoeglijk naamwoord
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- lichtgeraakt bijvoeglijk naamwoord
- aangebrand bijvoeglijk naamwoord
- korzelig bijvoeglijk naamwoord
susceptible (sensible; propenso)
vatbaar; gevoelig; teergevoelig
- vatbaar bijvoeglijk naamwoord
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- teergevoelig bijvoeglijk naamwoord
susceptible (receptivo; abierto; admisible; sensible a)
ontvankelijk; openstaand; vatbaar
- ontvankelijk bijvoeglijk naamwoord
- openstaand bijvoeglijk naamwoord
- vatbaar bijvoeglijk naamwoord
susceptible (sensible; quisquilloso; picajoso)
gevoelig; sensitief
- gevoelig bijvoeglijk naamwoord
- sensitief bijvoeglijk naamwoord
susceptible (irascible; enojado; irritable)
prikkelbaar; kregel
- prikkelbaar bijvoeglijk naamwoord
- kregel bijvoeglijk naamwoord
susceptible (hipersensible; sensible; sensibilizado)
overgevoelig; hypergevoelig
- overgevoelig bijvoeglijk naamwoord
- hypergevoelig bijvoeglijk naamwoord

Bijvoeglijk Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
aangebrand	irritable; susceptible	enfadado; enojado; irritado; picado; quemado
gevoelig	irritable; picajoso; propenso; quisquilloso; sensible; susceptible	conmovido; emocionado; emocional; lleno de sentimiento; sensiblero; sentido; sentimental
humeurig	irritable; susceptible	de humor variable; desabrido; en tono de mal humor; gruñón; hosco; imprevisible; incalculable; inconstante; inestable; irritado; lastimoso; malhumorado
hypergevoelig	hipersensible; sensibilizado; sensible; susceptible
korzelig	irritable; susceptible	agrio; brusco; chabacano; desabrido; despegado; enfurruñado; espetando; gruñón; hosco; irascible; malhumorado; rebarbativo; ronco; rudo
kregel	enojado; irascible; irritable; susceptible
lichtgeraakt	irritable; susceptible
ontvankelijk	abierto; admisible; receptivo; sensible a; susceptible
openstaand	abierto; admisible; receptivo; sensible a; susceptible
overgevoelig	hipersensible; sensibilizado; sensible; susceptible
prikkelbaar	enojado; irascible; irritable; susceptible	enfadado; enojado; irritado; picado; quemado
sensitief	picajoso; quisquilloso; sensible; susceptible
teergevoelig	propenso; sensible; susceptible	delicado; sensible; tierno
vatbaar	abierto; admisible; propenso; receptivo; sensible; sensible a; susceptible

susceptible

adjective

Cross Translation:

From	To	Via
• susceptible	→ lichtgeraakt	↔ nachtragend — rachsüchtig; etwas nicht vergeben wollend
• susceptible	→ vatbaar	↔ susceptible — likely to be affected by

Computer vertaling door derden: