Overzicht
Spaans naar Nederlands:   Meer gegevens...
  1. galocha:
  2. Wiktionary:


Spaans

Uitgebreide vertaling voor galocha (Spaans) in het Nederlands

galocha:

galocha [la ~] zelfstandig naamwoord

  1. la galocha (borrón; mastuerzo; chanclo; )
    de klont; de klonter
    • klont [de ~] zelfstandig naamwoord
    • klonter [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
  2. la galocha (toque; pedazo; golpe; )
    de schar
    • schar [de ~] zelfstandig naamwoord

Vertaal Matrix voor galocha:

Zelfstandig NaamwoordVerwante vertalingenAndere vertalingen
klont borrones; borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrones; terrón; toque; trozón; zueco grumo; terrón; terrón de azúcar; trozo; zuequito
klonter borrones; borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrones; terrón; toque; trozón; zueco
schar borrón; chanclo; galocha; golpe; grumo; limanda; mancha; mastuerzo; pedazo; pedazón; terrón; toque; trozón; zueco

Wiktionary: galocha

galocha
noun
  1. schoeisel|nld een (vaak rubberen) schoen die ter bescherming tegen nat en vuil over een andere wordt aangetrokken

Cross Translation:
FromToVia
galocha rubberlaars GaloscheÜberschuh, oftmals aus Gummi
galocha klomp; overschoen galoche — Espèce de chaussure dont le dessus est de cuir, la semelle de bois. Dans sa forme ancienne, elle se mettait par-dessus les chaussons ou les souliers.

Verwante vertalingen van galocha