Manta: vertaling Spaans

Overzicht

Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...

manta:
- deken; beddedeken; dek; dak; overdekking; afdekkap; koepel; kap; overkapping
Wiktionary:
- manta → deken
- manta → deken, bedekking, deksel, kaft, omslag, kap

Spaans

Uitgebreide vertaling voor manta (Spaans) in het Nederlands

la manta (cubrecama)
de deken; beddedeken; de dek
- deken [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- beddedeken [znw.] zelfstandig naamwoord
- dek [de ~] zelfstandig naamwoord
la manta (techo; cobertura; tejado; cubierta; cofia; cúpula; cobertizo; capucha; capota; marquesina; quepis; capilla; recubrimiento; cimborrio)
het dak; de overdekking; afdekkap; de koepel; de kap; de overkapping
- dak [het ~] zelfstandig naamwoord
- overdekking [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord
- afdekkap [znw.] zelfstandig naamwoord
- koepel [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- kap [de ~ (m)] zelfstandig naamwoord
- overkapping [de ~ (v)] zelfstandig naamwoord

Zelfstandig Naamwoord	Verwante vertalingen	Andere vertalingen
afdekkap	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado
beddedeken	cubrecama; manta
dak	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado
dek	cubrecama; manta	cubierta
deken	cubrecama; manta
kap	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado	toca
koepel	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado	arco de la bóveda; bóveda; bóveda de arístas; bóveda superior; catedral; cimborio; cimborrio; cubierta; cúpula; domo
overdekking	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado	cubierta
overkapping	capilla; capota; capucha; cimborrio; cobertizo; cobertura; cofia; cubierta; cúpula; manta; marquesina; quepis; recubrimiento; techo; tejado

bimba; sombrero; chistera; hongo; borrachera; melopea; curda; mona; embriaguez; ebriedad; merluza; tajada; cogorza; moña; llorona; tranca; tablón; turca; juma; jumera; pea; pítima; pedal; pedo; cuelgue
cobertor; frazada; edredón
gualdrapa; funda; cobertura

manta

noun

een (vaak dik) doek, met de functie om iemand te bedekken en daarmee warm te houden tijdens de slaap
- deken → manta

Cross Translation:

From	To	Via
• manta	→ deken	↔ blanket — fabric
• manta	→ deken; bedekking; deksel; kaft; omslag; kap	↔ couverture — Grande pièce d’étoffe épaisse