Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
-
infamar:
-
Wiktionary:
infamar → lasteren, vals beschuldigen, belasteren, kwaadspreken, roddelen -
Synoniemen voor "infamar":
estigmatizar; afrentar; manchar; señalar; descalificar; deshonrar
-
Wiktionary:
Spaans
Uitgebreide vertaling voor infamar (Spaans) in het Nederlands
infamar:
Synoniemen voor "infamar":
Wiktionary: infamar
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• infamar | → lasteren; vals beschuldigen; belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ calomnier — attaquer, blesser quelqu’un par des calomnies. |
• infamar | → belasteren; kwaadspreken; roddelen | ↔ diffamer — décrier, chercher à déshonorer, à nuire à la réputation par ses paroles ou par ses écrits. |