Overzicht
Spaans naar Nederlands: Meer gegevens...
- implacable:
-
Wiktionary:
- implacable → onverzoenlijk
Spaans
Uitgebreide vertaling voor implacable (Spaans) in het Nederlands
implacable:
-
implacable (indiscutible; inevitable; inexorable; inflexible)
onverbiddelijk; onvermurwbaar; onverbiddelijke-
onverbiddelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onvermurwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
onverbiddelijke bijvoeglijk naamwoord
-
-
implacable (rencoroso; irreconciliable; resentido; vengativo; enconado; sediento de venganza)
rancuneus; wraakzuchtig; haatdragend; onverzoenlijk-
rancuneus bijvoeglijk naamwoord
-
wraakzuchtig bijvoeglijk naamwoord
-
haatdragend bijvoeglijk naamwoord
-
onverzoenlijk bijvoeglijk naamwoord
-
-
implacable (contumaz; obstinado; pertinaz; rebelde; rígido; testarudo; terco; tozudo; empeñado; cabezudo; inexorable; porfiado; irreconciliable; empecinado; tesonero; inflexible)
onverbiddelijk; onbuigzaam; onvermurwbaar-
onverbiddelijk bijvoeglijk naamwoord
-
onbuigzaam bijvoeglijk naamwoord
-
onvermurwbaar bijvoeglijk naamwoord
-
Vertaal Matrix voor implacable:
Verwante woorden van "implacable":
Synoniemen voor "implacable":
Wiktionary: implacable
Cross Translation:
From | To | Via |
---|---|---|
• implacable | → onverzoenlijk | ↔ implacable — not able to placate or appease |